diverse doorbraken zijn ontstaan. Ook de binnendijken begaven het desondanks nog al eens, waardoor weeltjes ontstonden aan de Pijpersdijk, Gerritslanderdijk, Burgerdijk en Rozendijk. In een rentmeestersrekening uit 1362 is sprake van dijkaanleg van De Waal tot Bergenhuuse. Een jaar later is er weer sprake van dijkaanleg bij De Waal, maar het lijkt hier om verbetering van de Waaldam te gaan, welke als verbindingsdam tussen het hoge land van De Waal en polder Tienhoven is aangelegd. Genoemde dijk werd in 1488 verzwaard en is over het gedeelte waar ze de Langeweel passeert, als wierdijk uitgevoerd. Naderhand is ze met bomen beplant en bij ons nu bekend als de Bomen- diek (afb B). Ook in andere delen van het eiland, aan de zuid- en oostzijde, werd tot 1378 ingedijkt, waardoor o.a. De Hemmer van het Marsdiep werd afgesloten. Daarna ontstond er een onderbreking in het inpolderen, wat Van der Vlis meent toe te schrijven aan de slechte economische toestand. Waarschijnlijker lijkt het dat de nog in te polderen gebieden een groter financieel risico met zich meebrachten en ook in technisch opzicht moeilijker uitvoerbaar waren. Men ziet naderhand dan ook dat de vergunningen meestal werden verleend aan rijke, voorname lieden. VERGUNNING TOT HET INPOLDEREN VAN GRONDEN IN WAALEN- BURGS BOEZEM (afb. C, pag. 1) Op 12 mei 1436 verleende Margaretha van Bourgondië vergunning aan haar secretaris Daniël van Nieuwwaal en Jan van Noorden, tot het bedijken van gorzen gelegen ten oosten van De Koog (afb. 6-nr. 2, pag. 8), alsmede van de gorzen gelegen ten noorden van Het Kley in Burgerambacht, welke zich uitstrekten in oostelijke richting tot De Waal en de Vissershorn (afb. 8, pag. 9). Ze kregen eveneens vergunning tot het bedijken van Afb. B De Bomendiek nabij De Waal 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 9