In de uitpraak van 3 oktober 1526 (dus 8 jaar later!), verklaarde het Hof de eisen niet ontvankelijk. Dit vooral om het feit dat de dijk niet volmaakt was en daardoor onvol doende bescherming bood aan de oude polders! Opluchting bij de Texelaars dus, maar bedijkers gingen in hoger beroep bij de Grote Raad van Mechelen en dienden daar dezelfde eisen in. Ze vroegen vernietiging van het vonnis van het Hof van Holland en voerden ook aan dat de dijk inmiddels voltooid was. Ingeval men echter oordeelde dat de dijk nog niet volmaakt was, men genegen was alsnog de dijk in hoogte en breedte te verzwaren, één en ander voor bedijkers kosten. In een tussenvonnis van 22 mei 1528 (twee jaar later!), kregen de partijen gelegenheid hun eis en verweer met documenten te staven en tevens de door het Hof van Holland samengestelde rapporten en verklaringen aan de Grote Raad te overhandigen. Datzelfde jaar overleed Stan Claesz Bannings echtgenote, (hijzelf was reeds eerder overleden) en hierdoor kregen de drie dochters Margriet, Brecht en Machteld gezamenlijk 2/3 deel van het toenmalige WaalenBurg in bezit. In een uitspraak van 22 maart 1533 (weer 5 jaar later!) vernietigde de Grote Raad het vonnis van het Hof van Holland. De uitspraak bevatte volgende punten: 1) De Texelaars behielden het recht om via de nieuwe polder te lozen, waarbij de bedijkers zelf voor ontwateringskanalen en kaden dienden zorg te dragen, alsme de het onderhoud hiervan voor hun rekening te nemen; 2) Inzake het onderhoud van de sluizen en het recht van etting van de oude dijken van gedaagden, zouden volgende regels gelden: a) De Texelaars moesten bijdragen in het onderhoud van de sluizen; b) Bedijkers kregen recht van etting op de oude dijken; c) De Texelaars moesten tot onderhoud van de nieuwe dijk jaarlijks een bijdrage leveren, gelijk aan de gebruikelijke onderhoudskosten van de oude dijk, met restrictie dat deze naar het oordeel en inspectie van de dijkgraaf en heemraden van Texel en WaalenBurg, begeleid door deskundigen, door de Crote Raad aan te wijzen, goed welgedaan ende souffisant om de zee tegen te houden zal zijn! De uitspraak liet de Texelaars verder koud, want een jaar voor de uitspraak, in 1532 dus, was WaalenBurg weer ondergelopen (afb. 13, pag. 17), doordat de dijk het op een 18-tal plaatsen had begeven. Ondanks jarenlange procedures hadden de pessimisten, de Texelse boeren dus, gelijk gekregen en zou WaalenBurg gedurende 80 jaar weer deel van de zee uitmaken. ALGEHELE AFSLUITING (afb. C, pag. 1) In 1612 werd met de algehele afsluiting begonnen. Dit was nu mogelijk geworden, doordat de geul boven De Koog was verzand. Ondanks vele problemen kwam de dijk in 1619 gereed en is thans bekend onder de naam 'Ruigedijk'. Deze naam geeft aan dat het geen normale dijk is, maar door verstuiving een duinachtig aannzien heeft verkre gen. De bedijking geschiedde door een tweetal octrooien van vrijdom vanwege 's Lands Staten. De oorspronkelijke raming bedroeg f 28.000,-, maar door allerlei moeilijkheden vergde het tenslotte een bedrag van f 130.000,-, zoals uit een octrooi van 6 juli 1619 blijkt. In een octrooi van 1743 is de vrijdom weer verlengd. De burgemeesters van 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 18