VOORWAARDEN
BESTUUR
16
ting Waterleiding Zuid Eierland op. Er werd kon-
takt gezocht met diverse instanties zoals de Ge
meente Texel, Bureau Oorlogsbuit, Staatsbosbeheer
en P.W.N. Na harde onderhandelingen, waarbij dhr.
Kroon van Bureau Oorlogsbuit de hele installatie
voor 6000,- wilde overdoen en voorzitter J.T. van
Bennekom 4000,- bood, kwam men elkaar uitein
delijk tegemoet op een bedrag van 5000,-. Deze
ontmoeting vond plaats op 15 oktober 1948 in het
raadhuis te Den Burg. Om het net geschikt te
maken voor de buurt moest er toch nogal wat
veranderd worden. De officiële goedkeuring van
Ged. Staten van Noord-Holland kwam af op 22
februari 1950.
De waterleiding liep vanaf de duinen naar de krui
sing met de Postweg ('t Hoekie genoemd) en rich
ting Den Burg tot en met hoeve Gend van J.G.
Flens. In de richting de Cocksdorp tot het vliegveld
en vanaf het pompstation bij de duinen liep er ook
nog een leiding tot aan de Slufter. De laatst aange
slotene daar was hoeve 'Dordrecht' van dhr. Jaap
Witte.
Aan Staatbosbeheer moest jaarlijks een bedrag van
150,- aan huur worden betaald omdat de pompin-
stallatie op hun grond stond en men water uit de
duinen pompte. Voorwaarde was o.a. dat per et
maal niet meer dan 20 m3 mocht worden opge
pompt. Ten hoogste mochten 35 percelen zijn aan
gesloten. Als machinist werd dhr. Roelof Kok aan
gesteld. Deze deed dat naast zijn smidswerk.
Tevens bewoonde de familie Kok een woning, die
op grond stond en bezit was van Staatsbosbeheer en
waarvoor 10,- per jaar aan de stichting berekend
werd. Hoewel gesproken wordt van woning en uit
de stukken blijkt, dat de machinist met zijn gezin
hier gratis woonde, moeten we hier eigenlijk voor
woning 'bunker' lezen. Althans hier leek het pom-
penhuis het meest op.
Overigens werd wel verwacht dat de bewoner de
boel in goede staat van onderhoud hield en volgens
art. 6 van bepalingen moest deze zgn. spoelgaten
dichtmaken en bij eventuele overspoeling van het
rijwielpad ter plaatse het zand wegwerken.
Op 6 september 1947 werd het bestuur gekozen.
Dhr. J.T. van Bennekom werd benoemd tot voorzit
ter. Secretaris werd dhr. J. de Vries (hoofd van de
(Het Pompenhuis 'De Duinkonijntjes' bewoond door de fam. Kok)