Het Gouden Jubileum
van Jan Kalis
Omnibus bij het postkantoor (Tkxel). De vroegere ,,gele delie", nu afgedankt.
door J. DAALDER Dz.
Het eiland Texel is in de meeste
dingen goed bij. Landbouw en vee
teelt staan er op hooge trap en men
schroomt niet, de middelen aan te
schaffen, die hierin nog verbetering
kunnen brengen. De meeste wegen
over het eiland zijn behard en in
goeden staat, en woningen en schu
ren, alsmede kleederdrachten en in
terieurs der woningen getuigen van
welvaart. Armoede wordt er op het
eiland niet geleden.
Het dorp Den Burg, het grootste de
zeven, is fraai aangelegd, heeft een
mooie omgeving, en de hotels zijn
er uitstekend in orde, waarover me
nig vreemdeling zich verbaast. Meer
dan één huis getuigt er van weelde.
Nu ligt het dorp, hemelsbreed gere
kend, ongeveer 45 minuten van de
haven, doch de weg, die over den
15 meter hoogen heuvel „Het Berg
je" voert, heeft
eene lengte van ongeveer een uur
gaans, 't Is mogelijk, dat er weldra
een verkorte weg, buiten den heu
vel om, aangelegd zal worden.
En wanneer men nu met de prachti
ge salonboot „De Dageraad" van
Texels eigen stoombootonderneming,
die getuigt van de solidariteit der
Texelaars, van den Helder over het
Marsdiep steekt, dan zou men ver
wachten straks met een tram naar
Den Burg te kunnen gaan. Toch
niet, men heeft op Texel nog nim
mer een trambel gehoord. In dit op
zicht is het groote eiland, dat jaar
lijks wordt bezocht door honderden
touristen, die vooral om de natuur-
schatten verschijnen, nog zeer ten
achter. Wel heeft men er auto's en
mooie koetsjes, (maar die vragen
hooge huurprijzen), doch het alge
meen vervoermiddel is nog een „de
lie". En op dat voertuig rijdt sedert
menschenheugenis de oude Jan Ka
lis, die daardoor een bij duizenden
menschen bekend persoon is gewor
den. Op den 2den Juli viert hij zijn
gouden jubileum en al die 50 jaren
is hij in dienst geweest bij dezelfde
firma. Was men ook op het gebied
van vervoermiddelen meer voor
uitstrevend geweest op het eiland,
dan had Jan er zijn standje aan
moeten geven. Nu rijdt hij nog el-
ken dag eenige malen heen en weer,
en altijd is hij dezelfde.
Ziek is Jan nooit, en weer en wind
trotseert hij op een hoogen bok van
zijn „delie", waarnaar vanaf de
stoomboot nog menig oog uitziet.
Of het Jan aan blijken van be
langstelling ontbroken zal hebben,
wanneer zijn gouden feest voorbij
gegaan zal wezen? Stellig niet! Daar
voor zal gezorgd hebben Mej. C.
Bruijn, die zoo vertrouwelijk naast
Jan op den bok heeft plaats geno
men. Die heeft menigeen aan boord
geklampt, met de mededeeling, dat
Jan op den 2den Juli zijn gouden ju
bileum zou vieren, dat hij nooit op
zijn post ontbreekt en dat hij zelfs
van geen vrijen Zondag wilde hoo-
ren, toen die hem aangeboden
werd. En haar streven is bekroond,
dat getuigt het mooie gele banknoot-
je, ontvangen van H.M. de
Koningin-Moeder, dat getuigen de
vele bijdragen, voor den plichtsge
trouwen Jan geschonken.
Zeer vele jaren heeft Jan gereden op
den hoogen gelen „delie", dien men
Demoderne" diligence, die dagelijks tusschen de Texelsche haven en Den Burg rijdt.
14