24
Het bestuur van de pol
der Waarland besluit op
20 april 1855 het molen
huis voor f. 75,- te ver
kopen aan Pieter Volkers,
watennolenaar aldaar.
brief te sturen naar de gemeente. De brief
zou vergezeld gaan van adhesiebetuigin
gen van vrijwel de gehele bevolking van
Waarland, Slootgaard en de Haringcar-
spelse ingezetenen aan de Laanderweg.
Voorzitter Kroon zou de brief persoonlijk
bezorgen bij de burgemeester van Haring-
carspel. Burgemeester Francis had er in
eerste instantie de nodige moeite mee.
Een derde school in deze gemeente zou
een te zware financiële last voor de ge
meente betekenen. Een hulponderwijzer
van de school te Dirkshorn zou toch hele
maal zelfstandig moeten opereren, de
hoofdonderwijzer kon nooit voldoende
toezicht hebben op de school te Waarland.
De Waarlandse vertegenwoordiger pleitte
voor de gerechtvaardigde zaak. De burrie
begreep toch ook wel dat schoolbezoek in
Dirkshorn niet mogelijk was. Vanaf het
Oude-Niedorper Verlaat zou het dagelijks
meer dan twee uur heen en meer dan twee
uur terug zijn, zelfs vanuit de Slootgaard
waren de kinderen tenminste een uur
onderweg naar en van school. Schoolgaan
naar Heerhugowaard en Oudkarspel bood
misschien een tijdelijke oplossing maar
had het levensgrote risico dat men over
een paar jaar met hetzelfde probleem als
met de gemeente Oude-Niedorp zou zit
ten. Francis knikte bedenkelijk, maar zag
ook geen werkelijk alternatief. Het voor
stel van die Waarlanders was eigenlijk zo
gek nog niet. Het was een oplossing en de
kinderen hadden recht op onderwijs. Ja,
de gemeente was bij wet verplicht te zor
gen, dat elke ingezetene onderwijs zou
kunnen krijgen.
sprak er schande van. Ariën Kroon noem
de Oudkarspel als alternatief. Ze waren
het er met elkaar over eens dat er nauwe
lijks alternatieven waren. De polders
waren uitgestrekt, wegen waren er nog
niet, slechts een enkel landpad liep er
door de polder. De meeste verbindingen
gingen via de ringsloten over water of
langs de smalle paadjes langs deze rings
loten. Piet Volkers Czn. was een ruwe
bolster met een blanke pit, want na zijn
opmerking: ’Leit ze barste’ volgde ’Leite
we voor ’n oigen skool zurge’. Toen werd
het even stil aan de vergadertafel. Een
eigen school daar had nog niemand aan
gedacht. Voorzitter Kroon opperde voor
zichtig: ’De molen is acht jaar lede ver-
voizeld en 't ouwe molenhuis staat leeg.
We hewwe ’t aan jouw verkocht Piet Vol
kers en ofsproken de boel te slope. Da’s
nag altoid niet beurd. As we de boel nou
leegruime, zou jij ’t den niet wulle verhu-
re an de gemeente? As we den hier ien
hulponderwoizer kenne kroige uit Dirks
horn, benne we uit de brand!’ Er werd
bedachtzaam aan de pijp getrokken, het
zag er blauw van de rook. Het rookluikje
in de vergaderzaal moest worden openge
zet om een beetje frisse lucht in de kamer
te krijgen. Piet Volkers moest het eerst
eens verwerken. Dat zijn voorstel zo
direct en serieus zou worden opgepakt,
had hij niet verwacht. Dat de complete
Waarlandse jeugd dagelijks bij hem op
het molenerf zou komen, was al helemaal
niet bij hem opgekomen. Toch moest het
voor een korte tijd mogelijk zijn. Er werd
gewikt en gewogen, besloten werd een