OOK GAMES
ZIJN CULTUREEL
ERFGOED
REGIONAAL ARCHIEF
PIONIERT MET BEWAREN
COMPUTERSPELLEN
Ruud Kersten
Ergens achterin een gang staat een grote antieke
pronkkast. Een deel ervan wordt in beslag geno
men door apparatuur en software voor computer
spellen. Wat moet het Regionaal Archief Alkmaar
in godsnaam met games? Daar steekt een heel
verhaal achter en het is in korte tijd een serieuze
zaak geworden, zo blijkt uit het verhaal van
RAA-medewerkers Mark Alphenaar (46) en Twan
Mars (30).
Zoals zo vaak begon het allemaal bij een werknemer met
een hobby. In dit geval bij Mark Alphenaar. Hij is van
jongsaf een enthousiaste gamer. Hij laat een foto uit
2002 zien waarop te zien is dat hij samen met een clubje
andere jongens (het waren dikwijls alleen maar jongens
in die tijd aan het gamen. “Ik ben nog steeds een
gamer. Gelukkig gamet mijn vrouw ook, en mijn kinderen
nu ook. Ik zeg wel eens tegen mijn vrouw: ‘Zullen we
straks in het bejaardentehuis ook nog steeds zitten te
gamen?’ Ik hoop het wel. Nou ja, waarom niet, in plaats
van een breiclubje een gameclubje, dat moet toch
kunnen, ha ha.’’
Alphenaar is bij het RAA verantwoordelijk voor de
website, de pr en sociale media. Mars is adviseur digitale
informatie. Hij houdt zich bezig met onder meer de
inrichting van het E-depot (het digitale archief) van het
RAA. In dat archief is sinds kort een plekje ingeruimd voor
computerspellen.
Als enthousiast beoefenaar weet Alphenaar dat ook in de
gamewereld ‘retro’ erg in is. ”Er zijn groepjes die er lol in
scheppen om de geavanceerde, hedendaagse versies van
computerspellen aan te passen voor apparatuur (hard
ware) uit lang vervlogen tijden.’’ Maar er zijn er ook die er
genoegen in scheppen om een stokoude Commodore 64
aan de praat te krijgen en te houden.
Daarbij gevoegd de wetenschap dat het in de jaren ’80
en ’90 ook in noordelijk Noord-Holland ritselde van de
clubjes die met software aan het knutselen waren,
maakte dat Alphenaar op de website en de sociale
media van het RAA eens begon te peilen of er nog iets
van die oude cultuur over was. “Toen begon het te rollen.
Zo e-mailde M2H ons: ‘Goh, we hebben gezien wat jullie
vragen, kunnen we eens praten want wij hebben ook wel
iets.’ Die zagen ook wel in dat zij hun spullen ergens
duurzaam moesten bewaren.’’ Ze leverden onder meer
een aantal vroege games.
“Joost Honig kende ik toevallig van een vorige werkgever.
Hij is echt een big shot geweest in de Commodore-scene
in de jaren ’80, als game-ontwikkelaar en als hacker. Die
heb ik een keer gemaild zo van ‘Hoe gaat ermee?’ en die
kwam met onder meer een brievenverzameling op de
proppen. En vervolgens kwamen mensen aan met oude
hardware, apparaten als de Commodore 64, de MSX, de
TSR80. Die hebben we aangenomen omdat wanneer we
oude software krijgen het ook wel handig is om hardware