Geldolph A. de Lange
balanceert tussen de Franse bezetter en de Prins van Oranje.
Alleen Geldolph's schoonzusje neemt het openlijk voor
hem op als hij achter de tralies zit. Zij bezoekt hem als enige
regelmatig in de gevangenis en bezorgt persoonlijk een brief
van Geldolph bij de inmiddels teruggekeerde Prins van
Oranje in Den Haag.
De getergde Orangist reist meerdere keren naar de hofstad
voor steun. Het worden barre vruchteloze tochten. De
Prins van Oranje zegt begaan te zijn met Geldolph's lot, de
magistraat in Alkmaar heeft daar geen boodschap aan.
De Minister van Oorlog belooft De Lange een militaire
functie, de magistraat in Alkmaar weet van niets.
Kortom: een bijzonder boek over barre tijden onder het
Fransejuk.
Het Alkmaarse stadhuis
r in
Gijsbert Fontijn Verschuir
I
1
nis
De Prins van Oranje