bezit in de Zijpe werd verkocht. In 1674,
1680 en 1689 vinden we als pachter van het
grondbezit in de Zijpe nog Frericq
Gerritsz. Breeroe (Brederode) met Vrouw
en twee jonge kinderen'. Hij molk 8 tot 9
koeien en huurde het goed toen dus van
het Provenhuis van Johan van Nordingen.
De opbrengsten van dit goed aan de
Grootesloot in Burgerbrug zullen in geld
en natura ten goede zijn gekomen aan het
hofje. Misschien is de behuizing zeifin die
periode door de regenten van het Proven
huis als buitenverblijf gebruikt. Op 16
april 1700 werd de woning en 24 morgen
land door de regenten van het provenhuis
verkocht voor f 6480,-. aan de Alkmaarse
notaris Theodorus (van) Heijmenberg die
het spoedig de benaming 'Croon en Bergh'
gaf, vernoemd naar zijn vrouw 'Croon' en
hemzelf'Bergh'. Hun zoon mr. Gerardus
Bernardus (van) Heijmenberg erfde in 1750
'Croon en Bergh'. Hij was van 1760 tot 1782
regent van het provenhuis in Alkmaar.
Ook de grond in de Schermeer, kavel H12,
werd in 1700 verkocht voor f 2.850,-. (voor
de contante betaling werd f 142,- gekort.)
Dat was nog niet alles: verkocht werden
verder gronden in Groet, bij de Slaperdijk,
in Ursem, in St. Maarten, in Eenigenburg,
in Hensbroek en in Schoorl voor tezamen
f 7.770,-. De kosten voor deze verkoop
bedroegen f 335,-.
Dankzij deze grote verkopen kon f 7.400,-
schuld worden afgelost en f 7.650,- worden
belegd. Na betaling van de schulden
bestond het kapitaal in 1702 uit f 25.993,-
aan obligaties en hypotheken. Dit bedrag
was in t7t5 gestegen tot f 34.493,-. In 1732
was men zover gevorderd, dat de huis
houding op kleine schaal kon worden
hervat en weer proveniers konden worden
aangenomen. Zij betaalden f 200,-, f 250,-
of f 300,- voor inkoop.
Later in de achttiende eeuw konden de
Regentenkamer
van het Huis van
Achten in 1945.
Collectie Regionaal
Archief
OVERHEIDSREGELINGEN
3 6 Oud Alkmaar 2012