begraven. De priester gebruikte hiervoor
soms een beaardingskistje.
SINT BARBARA
Pas met de Grondwet van 1848 werd de
scheiding van kerk en staat een feit en
kreeg ook de rooms-katholieke kerk de
vrijheid haar zaken zelf te regelen. Vanaf
1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie
hersteld, de vier Alkmaarse staties werden
omgevormd tot twee parochies (de
Laurentius en de Dominicus) en later
volgde ook de inrichting van een eigen
begraafplaats. In 1887 werd ten zuiden van
de Hout de Rooms-Katholieke Begraaf
plaats Sint Barbara ingericht en vanaf de
ingebruikname op 2 januari 1888 werden
de katholieke vakken op de Algemene
Begraafplaats steeds minder gebruikt. Sint
Barbara is de patroonheilige van de zalige
dood, dat wil zeggen het afwenden van een
haastig en onvoorbereid sterven, en veel
katholieke begraafplaatsen dragen dus
haar naam.
Bij de ingebruikname van elke rooms-
katholieke begraafplaats in Nederland
werd de grond gewijd door de aarde te
besprenkelen met gezegend water. De
begraafplaats was immers bestemd voor
overleden rooms-katholieken, die in
gewijde aarde mochten worden begraven.
De pastoor van de parochie waartoe de
overledene behoorde gaf hiervoor een
bewijs (vergunning). Verder was de
begraafplaats ingedeeld in vakken, regels
en nummers, en kon je begraven worden
in verschillende klassen. De zogenaamde
'preferente klasse' was het duurst, f 60,- en
de vierde klasse het goedkoopst, namelijk
f 8,- voor volwassenen. Graven voor kleine
kinderen kostten volgens het reglement
uit 1916 tussen de 15 en 3 gulden2. Artikel
zeven van het reglement stelde dat "geen
begraving geschiedt, dan a) met inacht
neming der kerkelijke wetten, c) met
schriftelijk verlof van den Parochie-Pastoor."
KERKELIJKE WETTEN
Begraven gebeurde met inachtneming der
kerkelijke wetten, wat inhield dat niet
iedereen in gewijde aarde mocht worden
begraven.
In de Middeleeuwen werden de doden in
gewijde aarde bijgezet, behalve zij die niet
tot de Kerk hoorden, zoals joden, ketters,
zelfmoordenaars en geëxcommuniceerden.
Ook voor de overleden ongedoopte
kinderen was een bijzondere ongewijde
plaats aangewezen. Deze plek bevond zich
De Rooms-
Katholieke
Begraafplaats Sint
Barbara, ca. 1890.
Collectie Regionaal
Archief
Oud Alkmaar 2008 11