I A.H. Gouwe, Landschap in Zuid-Limburg, 1918. Bron: Dickhaut, Herman Gouwe gewone huisschilderwerk. Bij de Alkmaarse kunstschilder A. Klasener krijgt hij zijn eerste tekenlessen als vooropleiding voor de Amsterdamse Kunstnijverheidsschool. Aan het eind van deze vierjarige opleiding doet hij examen voor de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Als hij die studie daar heeft afgerond is hij in de gelegenheid, dankzij de royale erfenis die hij heeft ontvangen van zijn inmiddels overleden vader, in 1900 een kunstreis naar Italië te maken. Met tegenzin keert hij na een jaar terug naar huis omdat zijn verloofde Alida Mesman dat van hem verlangt. Hij krijgt echter spoedig de kans om terug te keren. In 1901 wint hij namelijk de Prix-de-Rome, waardoor hij in staat gesteld wordt gedurende twee jaar door Italië, Frankrijk en Spanje te reizen en de kunst daar te bestuderen. Op de terugweg van zijn derde reis naar huis in 1904 verblijft hij korte tijd in Parijs, waar hij opmerkelijk genoeg niet in de ban raakt van de vernieuwingen die op dat moment plaatsvinden in de kunst. Zijn studiegenoot Rob Graafland weet hem in 1908 voor het eerst voor langere tijd naar Zuid-Limburg te krijgen, waar hij de daaropvolgende 18 jaar steeds ruim de helft van het jaar - van het vroege voorjaar tot in de late herfst - doorbrengt. In Zuid-Limburg vond hij, zoals hij later in zijn autobiografie schrijft, de gegevens om te werken en mensen temidden van wie hij graag vertoefde. Die 'gegevens' waren de thema's uit het boerenland en het Zuid-Limburgse heuvellandschap, die hij keer op keer schilderde. Van zijn echtgenote Alida Mesman was hij in 1908 allang vervreemd. Toen hij van haar scheidde stelde hij het restant van de erfenis, die hij bij het overlijden van zijn vader gekregen had, haar en de zoon, die uit hun huwelijk geboren was, ter beschikking. Daarmee begonnen de geldzorgen, die als een rode draad door zijn verdere leven zouden blijven lopen. In 1909 exposeerde Gouwe voor het eerst in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Dat bleek een cruciaal moment in zijn artistiek bestaan te zijn. Met de belangstelling van de kunstcritici voor hem groeide ook de belangstelling van het publiek voor zijn werk.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2006 | | pagina 8