V.V.V. promoveren naar de landelijke hoofdklasse van de KNSB. Het was echter nog steeds
crisistijd en er dreigde oorlog. V.V.V. zag noodgedwongen van promotie af
'1.7 4
.1
Crisis
Schaken heet geen dure sport te zijn. De elf eerste leden in 1906 betaalden ieder
uiteindelijk 3 gulden 50 contributie per jaar, dus één gulden meer dan aanvankelijk
voorgesteld en dat kon omdat de zaalhuur maar 16 gulden per jaar was. In 1927, het
eerste jaar waarvan nog een financieel overzicht bewaard is, betaalden 34 leden elk 10
gulden contributie, terwijl penningmeester A. Vader voor de zaalhuur van hotel de
Nachtegaal 208 gulden neertelde. Het dertigjarig bestaan werd al op maandag 30
september 1935 gevierd, maar wel sobertjes. Men had nog besproken of er net als bij het
twintigjarig bestaan weer een levend schaakspel georganiseerd zou worden, maar alleen
al de kosten van 175 gulden voor het huren van de kostuums waren niet op te brengen.
En eigenlijk wilde men de reserves van de club liever voor iets anders gebruiken.
Drie dagen later immers, op 3 oktober 1935, zou in Nederland de match beginnen om
het wereldkampioenschap tussen de toenmalige wereldkampioen dr.A. Aljechin en de
uitdager dr. M. Euwe. Veel van de dertig partijen zouden in Amsterdam worden
gespeeld, maar ook andere plaatsen waaronder Alkmaar was de eer gegund om een of
twee partijen te organiseren, mits voor een partij 150 gulden aan het comité zou worden
overgemaakt en de vereniging ook de overige kosten zelf zou opbrengen. V.V.V. had 100
gulden beschikbaar en dus werd het gemeentebestuur gevraagd op zijn minst voor nog
eens 100 gulden garant te staan. En hoewel burgemeester jhr.mr. F.H. van Kinschot in
1934 nog tot beschermheer van V.V.V. was uitgeroepen, wees het college van B. en W. dit
verzoek af wegens "de toestand der gemeentefinanciën". Het was crisistijd nietwaar.
Ook de V(ereniging) V(oor) Vreemdelingenverkeer) 'Alcmaria' wees een verzoek om
subsidie af Dus begon een zoektocht naar die 100 gulden via allerlei andere kanalen.
Toen men dat geld eindelijk bij elkaar had, bleek Amsterdam een hoger bod gedaan te
hebben en kreeg die stad de cruciale 25e partij toegewezen, waardoor Euwe voor het
eerst in de match op voorsprong kwam. Wat zou het mooi geweest zijn, als deze victorie
in Alkmaar begonnen was. Niettemin is de uiteindelijke overwinning van Euwe een
stimulans geweest voor het schaakleven in Nederland en dus ook voor V.V.V..
Kon voorzitter Van Burken het niet doorgaan in Alkmaar van een partij Aljechin-Euwe
worden aangerekend? In ieder geval boterde het niet tussen de voorzitter en secretaris D.
Weisenborn. Laatstgenoemde is nog op 9 maart 1936 met 22 van de 25 stemmen
herkozen als secretaris, maar op 18 mei al dient hij om persoonlijke redenen zijn ontslag
in en zegt op de extra algemene ledenvergadering van 15 juni uitdrukkelijk niet meer
met de voorzitter te willen samenwerken. Het lid D. Appel sr. constateert dat de
homogeniteit in het bestuur niet is wat die behoort te zijn en er wordt voorgesteld te
stemmen over het laten aftreden van het hele bestuur. Hoewel de uitslag van deze
stemming 14 voor en 14 tegen aftreden is, besluit Van Burken het voorzitterschap neer
17