kamperen. Dat gebeurde aanvankelijk in Bakkum. Later kreeg de Alkmaarse afdeling een eigen terrein in Petten bij de boerderij van de oude socialist Gert Blom. Er kwam al spoedig een grote tent die als dagverblijf kon dienen voor ongeveer 60 personen. Hier werden lezingen en dergelijke gehouden. Neef: 'Ik heb goede herinneringen aan een lezing over de Franse revolutie. Er ontstond een stevige discussie tussen de spreker en Gert Blom, een socialist uit de tijd van Domela Nieuwenhuis. Wij luisterden allemaal ademloos!' In de periode 1925-1940 werd gepoogd om een samenhangende cyclus winteravondlezingen aan te bieden, dit in overleg met Jaap Hemelrijk, rector van het gymnasium, D.L. Daalder, de onderdirecteur van de Rijks-HBS en Frits Kuiper, de doopsgezinde predikant. Een van de hoogtepunten in het bestaan van de Alkmaarse AJC was een gewestelijk jeugdfeest in september 1925. Maar liefst 1400 AJC-leden van elders waren naar Alkmaar gekomen. Het gezelschap paradeerde door de Langestraat en een AJC-delegatie werd ontvangen door burgemeester Wendelaar. In zijn toespraak vermeldde de burgemeester dat er wel eens gezegd werd dat arbeiders niet welkom zouden zijn in het stadhuis. De ontvangst van deze delegatie bewees volgens Wendelaar dat dit een misverstand was. Een ander groot evenement was een lekenspelweekeinde in Alkmaar in 1932, waaraan ca. 500 AJC-ers deelnamen. De feestelijkheden speelden zich grotendeels af in de Alkmaarder Hout. Koos Vorrink fungeerde als ceremoniemeester. Er werd gezongen en gedanst, en uiteraard werd een lekenspel uitgevoerd: Bredero's 'Klucht van de koe'. Een groep Alkmaarse AJC-ers speelde mee in het lekenspel 'De wonderviool', opgevoerd in Schoorl ca. 1928. Collectie Regionaal Archief 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2005 | | pagina 21