Handtekening van Schnitger onder een van de bestekken voor het orgel van de Kapelkerk. Collectie Regionaal Archief en verslag te gaan uitbrengen bij de burgemeesters. Toen Havingha er enkele dagen eerder 'zijn gewoone weekbeurt' (de donderdagavonddienst) nog op had gespeeld had hij ook al gemerkt dat het orgel 'niet als tevooren wel diende'. Hij weet dat echter aan onoplettendheid van het zoontje van de balgentreder bij het pompen, maar dat bleek onterecht: nader onderzoek wees uit dat het instrument volkomen defect was en de blaasbalgen zo lek als een mandje. Samen met Van Herk stelde Havingha op 28 november een vernietigend rapport op over 'de desolaate staat van het orgel', waaruit maar één conclusie kon worden getrokken: algehele vernieuwing! Een afdoende vernieuwing van het orgel zou echter nog geruime tijd op zich laten wachten, want de beoogde orgelbouwer, Frans Caspar Schnitger (1693-1729), was op dat moment volop bezig aan de geruchtmakende vernieuwing van het Van Hagerbeer-orgel in de Grote Kerk. Havingha en Schnitger zetten alles op alles om van die omstreden ombouw een succes te maken, teneinde alle 'babbelaars den mond te stoppen: door welker beezigheyd het Capels Orgel voor eenen tijd heeft moeten rusten, zonder dat er aan gewerkt wierde of konde worden'. Tot overmaat van ramp bleken ook de dragende delen van het orgel vergaan te zijn zodat de 'Bouwkonstenaars 't niet raadzaam oordeelden het nieuwe Orgel in de oude kas te stellen, vreesende dat binnen weynige Jaaren daar door een ongeluk mogte koomen'. Dit resulteerde in een besluit om ook de oude kas af te breken en, aldus Havingha, 'een geheel nieuwe, veel voortreffelyker dan de oude ooyt geweest is, daar in plaats te setten'. Helaas voor Havingha en Van Herk gingen de burgemeesters niet in op hun verzoek om het orgel van twee klavieren en een 'appart pedaal' (dwz. met eigen registers) te voorzien, 'het welke zeer te prysen zoude geweest zijn: maar 't moet nu zoo als het kan'. 1726: De orgelvcrnicuwing door Schnitger De orgelvernieuwing werd aanbesteed op 19 mei 1725 en het bestek hiervoor werd getekend op 19 januari 1726. Schnitger vernieuwde kas, windlade, balgen, tractuur en klaviatuur. Pijpen die 'suffissant' (goed genoeg) bevonden werden konden opnieuw gebruikt worden (en dat bleken er uiteindelijk niet zoveel). Een bijzonder geval was het register Vox Humana (de in Holland zo geliefde imitatie van de menselijke stem): deze 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2005 | | pagina 7