nodige moeilijkheden overwinnen, niet alleen wat betreft de kleding (hoe het wat
ouderwetse imago van het assortiment herenkleding meer op een lijn te brengen met
dat van de exclusievere dameskleding), maar ook de twee tot één winkel samengevoegde
panden in de Langestraat waren aan een kostbare opknapbeurt toe. Die kwam er; er
kwamen zelfs meer verbouwingen, maar om met de tijd mee te gaan was dat nog niet
genoeg. In 1999 werd besloten na 95 jaar de Langestraat te verlaten en op Ritsevoort 52-
56 een geheel vernieuwd pand te betrekken. En in dit pand kregen hun kinderen Gaby
en Ton de leiding.
Alle vaste klanten van Koster hebben een exemplaar van dit gedenkboek gekregen.
Mocht u meer bijzonderheden willen weten dan ik hier kon samenvatten, het boek, ook
nog voorzien van veel nostalgische foto's, een stamboom en een ABC van de kleding, is
voor €14,95 te koop in de winkel van het Stedelijk Museum.
100 jaar Van Til
Er is nog een bedrijf dat in 2004 zijn honderdjarig bestaan vierde met een
gedenkboek: Hans Koolwijk, 100 jaar Van Til Interieur (Alkmaar, 2004). De
geschiedenis van dit bedrijfvertoont overeenkomsten en verschillen met die van
Koster. Een opmerkelijk verschil is de voorgeschiedenis. Waar Broersen in het
geval van Koster bijna 40 van de 96 pagina's nodig heeft, volstaat Koolwijk met
het verhaal, dat Jan van Til, als meubelmaker in dienst van het toen bekende
meubelbedrijf Schoonhoven, in 1899 in de Boterstraat een winkeltje in alcohol
vrije vruchtensappen begint, gerund door zijn vrouw Grietje van Til-van den
Kommer, om een basiskapitaal bijeen te garen voor een eigen meubelzaak.
Ondertussen blijft Jan tegen zijn zin bij zijn baas doorwerken, maar hoewel de
winkel maar weinig oplevert, houdt hij het in 1904 niet langer uit en neemt
ontslag. Zijn baas komt nog wel een avondje praten, maar Jan is vastbesloten. Het
drankwinkeltje wordt omgebouwd en op 28 maart opent Jan daar zijn meubelmakerij,
misschien net vijftig meter van het pand waar een halfjaar later de Kösterwinkel
geopend zou worden. Jan en Grietje noemen hun zaak 'Eben-Haezer'; dit vertrouwen in
God zou de zaak al die honderd jaar niet meer verliezen, ook al konden ze in het begin
maar mondjesmaat klanten werven. Hun beste klant is in die begintijd nog de joodse
winkelier Jaap Elzas, die in de Langestraat een 'bazaar' heeft. De beide echtparen raken
goed bevriend.
Intussen hadden Jan en Grietje hun zaak verplaatst van de oostzijde-Langestraatkant
naar de westzijde-Laatkant van de Boterstraat. Dat zij veel samen deden komt ook naar
voren in de herinneringen, zoals Grietje die bij het vijftigjarig bestaan in 1954 voor haar
zoon Klaas in een schriftje van 36 kantjes heeft opgeschreven. Van dit geschrift heeft
Koolwijk een dankbaar gebruik gemaakt om de ontwikkelingen rond de zaak tot 1928 te
kunnen vertellen. Ook wisselt hij zijn beschrijving van de zakelijke ontwikkelingen en
persoonlijke gebeurtenissen af met voorvallen uit de geschiedenis in het algemeen en
23
