ontvangen plus een 'verering' van 25 gulden als het werk 'ten vollen genoegen van de heeren burgemeesteren' zou zijn opgeleverd. 9 RAA, stadsarchief Alkmaar 1254-1815, inv.nr. 1837 ['Bouwheerschap Stadt Alkmaar'] fol.88'Het verwen en vergulden kostte te samen 75 gulden en 9 stuyvets'. 10 Gerhardus Kempher was de zoon van Johannes Kempher, stadsorganist van 1691 tot 1701. Johannes Kempher was door zijn voortdurende dronkenschap een bron van grote zorg voor het stadsbestuur, dat hem telkens met ontslag dreigde. Uiteindelijk stierf hij op 21 december 1701 op het Van Covelens-orgel in de Grote Kerk, na een val, beneveld door de alcohol. Zijn tragisch einde staat uitvoerig beschreven in: RAA, collectie aanwinsten, inv.nr. 169. 11 Et zijn verschillende instructies voor de stadsorganist/klokkenist bewaard gebleven, de meest uitgebreide stamt uit 1753/1754 en is opgesteld bij de aanstelling van Adrianus Winkel, de opvolger van Gerhardus Havingha. RAA, stadsarchief Alkmaar 1254-1815, inv.nr. 294. 12 Zie noot 10. Volgens deze bron was 'Egbert Enno Veldkamp, alias dronke Ebbe, Fries van de Leek, hebbende den geheelen voorleden winter met een swak lichaam gaan kwijnen, veroorzaakt door sijn veelvuldig gebruik van sterken drank, namiddag ten drie uuren seer onverwacht overleden'. 13 Havingha betitelde het imposante Bavo-orgel later als 'het capitaalste orgel van geheel Neerland'. 14 RAA en Gemeente Alkmaar: Historisch Kadaster Alkmaar (Alkmaar, 1998; uitgave op cd-rom). 15 C.W. Bruinvis, 'Geschiedenis der Kapel: thans de tweede kerk der Nederduits-Hervormde Gemeente te Alkmaar', in: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem 25 (1900) 13 e.v. 16 RAA, stadsarchief Alkmaar 1254-1815, inv.nr. 1847, 'Notitie wegens de gehiele kosten aangaande het orgel gemaakt in de Capclle Kerk'. 17 RAA, stadsarchief Alkmaar 1254-1815, inv.nr. 140, fol.i2r. Na iedere regel maakte men 'eenige tusschenpozingen' waarbij er een 'praeludium van het orgel' klonk. 18 Strumphler verving de Roerfluit 8' door een Baarpijp 8' en veranderde de Roerquint 6' in een Roerfluit 8'. 19 RAA, archief kerkvoogdij hervormde gemeente Alkmaar, inv.nr. 222. Het grote orgel van de Grote Kerk bleef echter nog stadseigendom tot 1853. 20 Verder werd door Ypma de klavieromvang uitgebreid van c3 tot P. De Cornet van het Bovenwerk werd naar het Hoofdwerk verplaatst en op de vrijkomende plaats kwam een Viola di Gamba 8' (vanafc°), een in de 19de eeuw zeer geliefd, zacht klinkend register. De 12 grootste liggend geplaatste pijpen van de Bourdon 16' werden staand opgesteld, de Prestant 8' discant (Bovenwerk) werd uitgebreid tot c° en de toonhoogte van het orgel werd met een halve toon verhoogd. Daarnaast werd de sterkte van de Mixtuur gereduceerd (van 3-6 sterk tot 2-4 sterk) en werden de dubbelkoren van de beide Prestanten 8' afgesloten. 21 L.C. Schuller tot Peutsum, Toespraak bij gelegenheid der eerste bespeling van het herstelde orgel in de Kapelkerk op 27 augustus 1882 (Alkmaar, Van Dobben, 1882). Aanwezig in bibliotheek RAA. 22 Gegevens ontleend aan de restauratierapporten van Hans van Nieuwkoop (1993), aanvullend rapport van Jan Jongepier (2001), bouwhistorisch onderzoeksrapport over de Kapelkerk van Taco Tel (Gemeente Alkmaar, 2000) en de tekst van Jan Jongepier van zijn artikel voor het boek over de Kapelkerk in de Alkmaarse Historische Reeks deel 13 (2005) die hij mij ter beschikking stelde. De genoemde CD waarop Frank van Wijk het Müller-orgel van de Kapelkerk bespeelt, zal worden uitgegeven door de Stichting Vrienden van het Orgel.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2005 | | pagina 19