decennia zeer regelmatig te horen tijdens concerten. Met name in de periode i982-'86
(tijdens de restauratie van het Van Hagerbeer-Schnitgerorgel) en 1992-96 (tijdens de
restauratie van de Grote Kerk) werd door de Stichting Vrienden van het Orgel regelmatig
uitgeweken naar de Kapelkerk voor de zomerse orgelconcerten. Vele organisten
hebben het Miiller-orgel in die jaren tot klinken gebracht.
1 van naam
De laatste restauratie: 2001-200422
De eerste stappen die zouden leiden tot een restauratie van het Miiller-orgel werden in het
begin van de jaren '90 van de vorige eeuw gezet. De toenmalige organist van de Grote Kerk,
Hans van Nieuwkoop, werd tot adviseur benoemd met de opdracht een restauratieplan op
te stellen, dat hij in februari 1993 indiende. Parallel hieraan werden ook plannen voor de
restauratie van de kerk ontwikkeld. Toen begin 2001 bleek dat aan dit totale project een
subsidie uit de zogenaamde 'kanjerregeling' was toegekend, kwam het proces in een
stroomversnelling. Op 27 augustus van dat jaar belegde de Stichting Vrienden van het Orgel
een avond in de Kapelkerk, waarop het Miiller-orgel voor de demontage en restauratie nog
eenmaal te horen was. Daaraan voorafgaand waren opnamen van het instrument gemaakt,
zodat de klank van vóór de restauratie was vastgelegd. In oktober 2005 zal er een nieuwe CD
van het orgel uitkomen, waarop ook deze opnamen een plaats krijgen, zodat de klank van
voor en na de restauratie kan worden vergeleken. Als uitgangspunt bij de orgelrestauratie
werd gekozen voor behoud van de technische aanleg van Ypma uit 1882, terwijl in
klanktechnisch opzicht zoveel mogelijk aansluiting bij het vele bewaard gebleven Müller-
pijpwerk is gezocht. De wijzigingen uit 1940 zijn ongedaan gemaakt. De restauratie is
uitgevoerd door Flentrop Orgelbouw, Zaandam, waarbij Jan Jongepier als adviseur optrad
namens de eigenaar, de protestantse gemeente te Alkmaar. De huidige dispositie is
opgenomen in bijlage 2. In het kader van de kerkrestauratie werd tevens de orgelkas
opnieuw geschilderd. De aangetroffen kleuren waren in 1904 en 1940 aangebracht. Bij
kleuronderzoek werd onder deze laag de oorspronkelijke verflaag aangetroffen, waaruit de
thans gekozen kleurstelling is afgeleid. Daarmee heeft niet alleen het inwendige van het
instrument maar ook het uiterlijk zijn oorspronkelijke glans weer herwonnen!
Henk van Westrienen
(1916-1985), organist van de
Kapelkerk van 1946 tot
1985, in 1983 gefotografeerd
achter 'zijn' orgel.
Foto: Henk Westrik
Bijlage x: Organisten van de Kapelkerk
N.B. Tot 1684 was de organist van de Grote Kerk tevens verantwoordelijk voor het orgelspel in
de Kapelkerk. Vanaf 1684 beschikte de Kapelkerk over een eigen organist.
Hendrik Backerus, 1670-1708
(vanaf 1684 alleen organist van de Kapelkerk)
Cornelis van Herk, 1708-1728
Gerhardus Kempher, 1708-1711
Pieter de Jeugd, 1711-1721
Pieter Campen, 1728-1758
Dirk Bootsman Klz, 1758-1796
Johannes Schoonhoven, 1796-1798
Jan Winkel Az, 1798-1813
Hendrik Berghuis, 1813-1848
Andries Otto, 1848-1874
Jan Meindert Otto, 1874-1881
Hendrik Sparenberg, 1881-1904
Willem Hendrik Slinger, 1904-1929
Klaas Pieket Weserik, 1929-1946
Hendrik van Westrienen, 1946-1985
Hans van Nieuwkoop, 1990-1997 (beheerder)
Izaak Kingma, 1997-2004 (id.)
Frank van Wijk, 2004 (id.)
11