1 waren de het niet s vergaan, weg kan allerbeste is na lang k schilder og steeds de kopie met een net meer gewijd is aan een christelijk onderwerp. Een seculier altaarstuk is natuurlijk even wennen. Overigens was Maarten van Heemskerk, die in de 16de eeuw het oorspronkelijke altaarstuk maakte, ook heel revolutionair met al die vleesmassa's en spierbundels. Dat was bepaald niet de stijl van schilderen die men toen gewend was. Ook het project van Kees Bolten was vernieuwend door de methode waarop de kopie werd vervaardigd. Ik vind het leuk dat de kerk steeds dit soort keuzes gemaakt heeft. Kun je iets vertellen overje achtergrond? Ik ben in 1966 geboren in Amersfoort en rond mijn twaalfde in Alkmaar komen wonen. Omdat ik erg van schilderen en tekenen hield, koos ik voor een kunstopleiding. Die volgde ik eerst aan de Vrije Kunstacademie in Den Haag. In die tijd ging de algemene voorkeur uit naar abstracte schilderkunst. Ik had toen al een voorkeur voor figuratief schilderen en was er dus niet erg op mijn plaats. Daar kwam bij datje er slecht begeleid werd. Ik vond al snel dat ik er weinig leerde. Na ï'/zjaar ben ik overgestapt naar De Witte Lelie in Amsterdam, een lerarenopleiding voor de beeldende kunsten. Nu kon ik in ieder geval een lesbevoegdheid halen. Ook die opleiding heb ik niet afgemaakt, ik was jong en wilde reizen, iets van de wereld zien. Daarna heb ik een hele tijd in de restauratie Fotomontage van het nieuwe drieluik (de voorstelling op het middenpaneel boven is nog een schetsontwerp). Foto: Ruud Volkers 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2004 | | pagina 5