Het door de gemeente aan
de hoogste klassen van de
lagere scholen uitgereikte
herinneringslepeltje.
Particuliere collectie
Evaluatie
Op 4 augustus verscheen er een kritische bespreking over het verloop van de
feestelijkheden in het Noordhollands Dqgblad. Het blad formuleerde drie doelen van het
feest. In de eerste plaats ging het om een cultureel verantwoorde herdenking. Een
tweede doelstelling was het vestigen van de belangstelling van heel Nederland 'en zo
mogelijk van heel de wereld' op de stad Alkmaar. De derde doelstelling was een feest
voor de burgerij. Volgens het blad waren de eerste twee doelen ruimschoots bereikt. Het
derde doel echter niet. Teveel waren de feestelijkheden geconcentreerd in het
fantasiestadje 'waar het vertoeven voor de mensen met een smalle beurs geen
onverdeeld genoegen is'. Er was te weinig te beleven in de rest van de stad, zodat van een
algemene deelname van de burgerij aan de feestviering geen sprake was.
Na afloop van het feest bleken de kritische stemmen grotendeels verstomd. De
Alkmaarsche Courant liet onder de kop 'Stoutste verwachtingen overtroffen' een aantal
mensen aan het woord die nauw bij de feestelijkheden waren betrokken.25 Ze waren
allemaal erg tevreden. Volgens de voorzitter van het stichtingsbestuur De Lange waren
de feesten 'in alle opzichten geslaagd'. Ook algemeen adviseur Sliepen deelde die
mening. Dat de Alkmaarders niet zouden kunnen feesten was volgens hem 'een holle
phrase gebleken'. Het meest waardevolle element van het feest achtte hij de publiciteit
en gekweekte goodwill. Gedurende de 27 dagen van het feest was Alkmaar maar liefst 32
keer in de ether geweest. De enige kritische noot werd vernomen van de standhouders
in het fantasiestadje, die klaagden over gebrek aan klandizie.
De gemeenteraad was eveneens zeer voldaan over het verloop van de feestelijkheden.
G.A. de Lange, ofwel 'ons aller Dolf, zoals burgemeester Wytema hem betitelde, ontving
als blijk van waardering voor de inzet van de feeststichting de grote zilveren erepenning
van de stad. Ook burgemeester Wytema was een tevreden man. Tijdens de feestweken
had hij maar liefst 57 keer een rede uitgesproken. Tijdens het toespreken van de
carnavalgroepen uit Den Bosch werd hij tijdens de rede onwel en viel, waarbij hij een
snee opliep in zijn gezicht. Wytema's dochter verklaarde aan de toegesnelde journalist,
dat haar vader meestal nogal 'zenuwachtig' was voor een dergelijk optreden en dat dit
waarschijnlijk de oorzaak was van het voorval. In zijn 58ste rede keek hij tijdens een
speciale zitting van de gemeenteraad op 16 augustus terug op het feest.26 Het was een
groot succes geworden volgens hem. De internationale faam van Alkmaar eiste een feest
op grote schaal en met een zo hoog mogelijk niveau. Duidelijk liet hij uitkomen dat
publiciteit een belangrijk doel geweest was van de feestelijkheden. De snorrenactie werd
door hem zeer geslaagd genoemd. Die had er in belangrijke mate toe bijgedragen het
Alkmaarse feest in het hele land 'en ook ver daarbuiten' populair te maken. Na afloop
van zijn slotrede werd hem als blijk van waardering voor zijn inzet een zilveren
sigarendoos aangeboden door wethouder Leesberg.
In t957 kwam de feeststichting met de eindafrekening. Door het veelvuldige slechte
weer - op 9 van de 27 feestavonden regende het - was het geraamde aantal bezoekers van
38