plaatselijke vakcentrales in Alkmaar. De Raad eiste een
betere vertegenwoordiging van de arbeidende stand in het
stichtingsbestuur. Er was nu één vertegenwoordiger van de
arbeidende stand (mevr. J.G. Koot-Kramer had als zodanig
inmiddels Kaagman afgelost), maar de RvO vond dat het er
minstens 3 moesten zijn. In een tweede brief wees de Raad
er op dat er in Alkmaar 5000 georganiseerde arbeiders
waren. Met vrouwen en kinderen kwam dat neer op ca.
20.000 personen ofwel de helft van de toenmalige Alkmaarse
bevolking. Door de geringe vertegenwoordiging van de
arbeiders zou het feest best eens kunnen ontaarden in een
feest 'voor het beter gesitueerde deel' van de bevolking en
voor de 'buitenmensen, die zich ook het een en ander
kunnen veroorloven'.9 Het gemeentebestuur wou niet
toegeven: in de subcommissies waren er nog mogelijk
heden genoeg voor arbeiders om mee te werken. Het protest
bloedde dood. Er verschenen nog wat krantenberichten
over, maar de boycot waarmee men dreigde, bleef uit.
Een fotoboek
Een onderdeel van de plannen voor de feestelijkheden was vanaf het begin het voor- Omslag van het fotoboek over
nemen om een geschiedeniswerk te laten verschijnen over Alkmaar. Burgemeester Alkmaar.
Wytema stelde zich voor dat het boek zou moeten gaan over Alkmaar en het Noorder- Collectie Regionaal Archief
kwartier en hun onderlinge verhouding. Een commissie waarin zitting hadden
gemeentearchivaris Wortel, de Leidse hoogleraar Rüter, de Haarlemse rijksarchivaris en
de geschiedkundige Belonje, moest de plannen verder uitwerken. Uiteindelijk strandde
deze poging, omdat er geen auteur was te vinden. En misschien ook wel omdat er
inmiddels een veelbelovend alternatief opdook. De grafica G.M. Pot-van Regteren Altena
had de burgemeester benaderd met het voorstel om een fotowedstrijd te organiseren
onder kunstfotografen en de bekroonde foto's in een boek te laten verschijnen.
Burgemeester Wytema had hier wel oren naar, evenals een aantal leden van het
stichtingsbestuur. Tijdens een vergadering van het college van B&W toonde
stichtingsvoorzitter De Lange een dergelijk fotoboek over Parijs, dat bij het college zeer
in de smaak viel. Het project, dat men een tijd lang had gestald bij de stichting, werd nu
weer een afzonderlijke gemeentelijke activiteit. Dit betekende dat de gemeenteraad het
benodigde budget moest fourneren, wat bepaald niet van een leien dakje ging. Het
probleem was dat de burgemeester beslist een uitvoering wou die moest 'kunnen
concurreren met de beste uitgaven in de wereld'. Prijsopgaven werden gevraagd bij De
Bezige Bij in Amsterdam en bij de Alkmaarse uitgeverij Arti, maar de voorkeur ging
duidelijk uit naar De Bezige Bij, een gerenommeerd bedrijf Hoe dit te verkopen aan de