niet beschikbaar was). De stad moest feestelijk worden versierd en verlicht. Wat concrete
evenementen betreft, werd verder gedacht aan een burgermaaltijd op het Waagplein, de
plaatsing van namaakpoorten op de plaats van de oude, een volksconcert in de Grote
Kerk, een fanfareconcours, een luchtvaartdag, een autorally, een gondelvaart in de
grachten met Langedijker punters en een speciale kaasmarkt. De precieze uitwerking,
met name ook van de financiële consequenties, moest nog komen, want adviseur
Kleiboer, op wie men blijkbaar erg leunde, had een plan ingediend vol bombastisch
taalgebruik, maar met zeer weinig inhoud. Nadat in de persoon van G.L.W. Sliepen, de
directeur van de Bredase VW, een nieuwe algemeen adviseur was gevonden, kwam de
stichting op grond van diens adviezen eind juli met een deels herzien plan. Men wilde
het feest nu over een langere periode uitsmeren en plaats laten vinden in de zomer
vakantie van 21 juli tot en met 8 augustus (later werd dit 20 juli tot en met 15 augustus).
Zodoende konden er meer toeristen naar Alkmaar worden gelokt, en tevens zou er door
de langere duur van het feest meer geld binnenkomen. Sliepen wist waar hij over
praatte. Hij was intensief betrokken geweest bij de organisatie van het Bredase feest en
sprak uit ervaring. Later zou hij ook andere feesten elders in Nederland begeleiden en
speelde hij op nationaal niveau een belangrijke rol bij het bevorderen van het toerisme.8
In het plan was nu ook een fantasiestadje 'Oud Alkmaar' opgenomen. Een dergelijk
stadje van houten latten en linnen was ook in Breda ingericht, en had daar veel succes
geoogst. Het idee van een internationaal folkloristisch en culinair evenement had men
laten varen, omdat er te weinig belangstelling te bespeuten viel bij de buitenlandse
ambassades die werden gepolst. Men koerste nu op een expositie over Alkmaarse
producten, zoals kaas, groenten en bloembollen. Geraamd werd dat het aantal bezoekers
van het feestterrein 140.000 zou zijn.
De plannen werden in augustus besproken in de gemeenteraad. Een ware storm van
kritiek brak los. Burgemeester Wytema schrok er van. De kritiek spitste zich in eerste
instantie toe op de inzet van mensen van buiten Alkmaar. Was Sliepen wel nodig?
Hadden de Alkmaarders zelf niet genoeg elan? Bovendien eiste Sliepen ook nog eens de
tijdelijke aanstelling van zijn plaatsgenoot J.W.F. Steenbergen, die met name voor de
technische organisatie van het feest zou gaan zorgen. Een ander punt van kritiek was de
inhoud van de plannen. Raadslid Koster-Schouw (PvdA) was het meest uitgesproken in
haar veroordeling. Ze vond de plannen 'banaal en zeer afgezaagd'. Een historisch
fantasiestadje was al zo vaak ingezet bij stadsfeesten. Bovendien was men van plan
eenvoudig het Bredase stadje over te nemen. Mevrouw Koster vond het maar niets dat
de gemeente het maken van plannen had uitbesteed aan een stichting, die vervolgens
niets beter wist te doen, dan de organisatie van het feest in handen te geven van 'enkele
personen uit Breda'. Verder was er kritiek op de samenstelling van de stichting. Het was
geen weerspiegeling van de Alkmaarse bevolking, vond CPN-raadslid Torenvlied. Ook
betwijfelde men of gezien de stugge natuur van de West-Friezen het wel tot een
algemene deelname aan het feest zou komen. Tenslotte was er algemene bezorgdheid