Detail van de door Jan van Heymenberg (1670) vervaardigde manuscript- kaart van het Zeglis bij Alkmaar met houtzaagmolen 'de Strooijen Jonker', toen nog 'Kitmansmolen' genoemd. Collectie Regionaal Archief 'Heindrick Corneliszn houtsager wonende buyten op 't Zeggelis' dat hij ongeveer vijftien jaar geleden een hek aan de westkant van diens zaagmolen heeft helpen bouwen.11 Alles wijst er op dat Heindrick Cornelisz op het toen net gekochte stukje land een van elders afkomstige houtzaagmolen heeft neergezet. Onduidelijk is waar deze molen vandaan komt. Als Ruttens conclusie juist is dat er in 2607 maar één houtzaagmolen in (de banne van) Alkmaar stond, dan moet de in 1595 aan de noordoever van het Zeglis gebouwde zaagmolen in 1607 niet meer hebben bestaan, tenzij deze intussen het eigendom van Heindrick Cornelisz was geworden. Dat laatste is een reële mogelijkheid gezien de naamsverwantschap tussen Heindrick Cornelisz en de laatstgenoemde eigenaar van de molen aan de noordoever van het Zeglis, Cornelis Heijndrick Gerritsz van Assendelff Was Heindrick Cornelisz de zoon van Cornelis Heijndrick Gerritsz van Assendelff en heeft hij de zaagmolen van zijn vader geërfd? In dat geval zou de op het initiatief van Cornelis Cornelisz gebouwde houtzaagmolen het - al dan niet aangepast - tot 1607 hebben uitgehouden. In 1628 verkoopt Neel Sijmons, de weduwe van Heyndrick Cornelisz, de houtzaagmolen met erf ten zuiden van het Zeglis.12 Tussen het molenerf en het Zeglis loopt de trekweg en de koper krijgt de verplichting om het hek wat verder van de weg af te zetten. De molen is in de Alkmaarse transportaktes nog lange tijd te volgen, onder meer als eigendom van de houtkopersfamilie Kit. In 1659 duikt hij voor het eerst op met de naam

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2004 | | pagina 10