Honderd jaar buitenreclame in Alkmaar, 1850-1950 I y Joop D. Kila Reclame is vandaag de dag in onze wereld een niet weg te denken fenomeen. Een groot deel van de dag-en weekbladen wordt gevuld met reclameboodschappen. Radio en televisieprogramma's puilen uit van een irritante hoeveelheid reclame. Wandelend door winkelcentra is het alom reclame, waar onze blik zich wendt. Echt donker wordt het niet meer in onze stadscentra door het neonlicht van de reclameboodschappen dat ons van daken en gevels in het licht zet. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat er een tijd geweest is dat er geen reclame was. Zeker, in de middeleeuwen had men al uithangborden en in de eerste kranten, die in de 17de eeuw verschenen, vond men al advertenties. Maar reclame zoals wij die kennen is eigenlijk pas op gang gekomen in de tweede helft van de 19de eeuw. De reden daar van was de technische en economische vooruit gang die toen in ons land begon. In omringende landen als Duitsland, België en Engeland had zich die ontwikkeling al vroeger ingezet. Maar na 1870 kwam ook in ons land de van oudsher overwegend op landbouw en handel geënte economie meer en meer in de ban van de industrialisering. Fabrieken verdrongen ambacht en huisindustrie, de handel bloeide op en in de landbouw nam de productie aanmerkelijk toe. Spoor- en waterwegen legden het land open, men paste nieuwe productiemethoden toe. Door de groei van de bevolking - in 1889 telde Nederland ruim drieëneenhalf miljoen inwoners, in 1909 waren het er al bijna zes miljoen - was er Reclame op een zijgevel hoek Langestraat-Houttil, ca. 1920. Foto: collectie Regionaal Archief gap?

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2003 | | pagina 21