v* Vtt<rW .*3wr\t\t \wtx~
«Mvt-t \\s s \>cta%\At
Wie V «FU<-Lu W\«
(Kn-rW «tuv mV> r* t
VvWiHwev
4^ ve\(c >uc* KC&
boetvaardig leven wilden leven. De leden gingen echter in de loop van de 14de en 15de
eeuw gemeenschappen vormen en kozen er (aanvankelijk) voor om eenvoudige beloften
af te leggen.2
Het aantal gemeenschappen van de derde orde in het bisdom Utrecht nam in de 15de
eeuw exponentieel toe. In een recente publicatie werd een lijst van 166 gemeenschappen
samengesteld, die op enig moment in hun geschiedenis voor de derde regel van
Franciscus hebben gekozen. De geschiedenis van deze gemeenschappen van vrouwelijke
en mannelijke derde-ordelingen, tertiarissen en tertianen, behoort echter niet, zoals de
naam zou kunnen laten vermoeden, tot de Franciscaanse beweging maar is een
onderdeel van de Moderne Devotie. Samen met de broeders en de zusters van het
gemene leven en de augustijner koorheren en -vrouwen vormen zij een onderdeel van
de vernieuwingsbeweging uitgaande van Geert Grote. In een verdere fase van hun
ontwikkeling zullen de gemeenschappen steeds meer 'kloosterlijke' trekken
aannemen.3
De stichtingsakte van het
St. Catharinaklooster, 1394.
Detail met vermelding van
de 'scinken tuun'.
Archief klooster Oude Hof
De brief van 'die fundacie ons convents'
Op 23 december 1394 werd een akte uitgevaardigd, aangeduid als 'brief van die fundacie
ons convents', waarin de priester Willem Spaen een huis met erf gelegen 'after de kerke
ende gheheten is scinken tuun' opdroeg aan heer Hugo Woutersz. en Simon Bartoutsz.,
op voorwaarde dat daarin maagden en weduwen gehuisvest zouden worden tot het