HJl^HreSTEEFONDa t ^^'CHT1N6 NooBö' Dit tegeltableau in de hal van 't Hooge Huys memoreert de inzet op sociaal gebied van de families Hofstee en Buur opening van 't Hooge Huys viel samen met het veertigjarig bestaan van de verzekeringsmaatschappij. In 1933 kwam er reeds een uitbreiding. In de Sint Laurensstraat verrees een nieuw gebouw naast 't Hooge Huys dat de naam Princenhof kreeg. De Noord-Hollandsche groeide door vele overnames van fondsen en kleine levensverzekeringsmaatschappijen in de jaren dertig gestadig. Naast dit grote werk was er ook aandacht voor het kleine. In menig huis in Nederland stonden metalen Hooge Huysjes op de schoorsteen: een spaarpot annex klok, die een getrouwe kopie was van 't Hooge Huys, en waarin de verzekeringspremie met centen en dubbeltjes bijeen werd gespaard. Behalve een gewiekst zakenman was Hofstee ook iemand, die cultuurgevoelig was. Hij was één van de oprichters van de vereniging Oud Alkmaar in 1920. Als bestuurslid van deze vereniging stond hij samen met voorzitter Ringers en anderen op de bres tegen de door prof Wieger Bruin voorgestelde demping van Alkmaars grachten in de jaren zestig. Hij had ook een sterk sociaal gevoel. Hij stichtte kort na zijn aantreden als directeur een pensioenfonds voor het personeel. In 1951 werd het dr. H.J.M. Hofsteefonds gesticht met als doel bij te dragen in de studiekosten van kinderen van personeelsleden. Bij gelegenheid van zijn zestigste verjaardag in 1960 richtte hij de dr. Hofstee Stichting op, die werkzaam is op het gebied van 'godsdienst, kunst en cultuur, wetenschap, onderwijs en andere vormen van ontwikkeling en vorming van jeugdigen en/of volwassenen, samenlevingsopbouw, sociale hulpverlening, geestelijke volksgezondheid en lichamelijke volksgezondheid'. Na de Tweede Wereldoorlog werd de ruimtenood voor het bedrijf eerst goed nijpend. Daarom werd in 1947 het belendend pand in de Langestraat gekocht. Dat was niet zomaar een pand, maar een historisch monument. Het was in 1743 gebouwd in 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2001 | | pagina 23