Een keuze uit de
bibliotheek van het
Regionaal Archief
Marijkejoustra
Ineke Vlenckers-Keyser
De basis van de huidige bibliotheekcollectie wordt gevormd door de Librije. Deze
boekenverzameling was vroeger gehuisvest in de Grote Kerk van Alkmaar en bestond
voor het grootste gedeelte uit léde-eeuwse werken. In de catalogus geschreven tussen
1725 en 2734 worden 312 gedrukte werken en 3 handschriften genoemd. In 1829
verhuisde de bibliotheek naar het stadhuis, waarna in 1868 een catalogus in druk
verscheen. In 1875 werd de collectie samengevoegd met de verzameling boeken
bijeengebracht door de Vereeniging tot Viering van den gedenkdag van Alkmaars
Ontzet in 1573, de latere 8-October-Vereeniging. De grote historische belangstelling van
C.W. Bruinvis, die in 1900 tot archivaris werd benoemd, betekende een enorme
stimulans voor de bibliotheek.
De collectie wordt nu voortdurend uitgebreid met werken op het gebied van de
Nederlandse en de regionale geschiedenis. Het Regionaal Archief schaft zelf veel werken
aan maar ook worden schenkingen van particulieren en instellingen ontvangen. De
bibliotheek bevat op dit moment zo'n 50.000 banden. De catalogus is volledig
geautomatiseerd.
Ter gelegenheid van het jubileum vestigen wij de aandacht op enkele werken uit de
bibliotheek. Het uitgangspunt bij deze keuze is niet alleen het belang van de werken,
maar ook onze persoonlijke voorkeur.
Een middeleeuws handschrift
Het oudste handschrift uit de Librije is de Historia Biblica, een bijbelse geschiedenis,
geschreven in het Latijn tussen 1400 en 2450. Dit handschrift op papier bevat de boeken
uit het Oude Testament, met uitzondering van Psalmen, Spreuken, Prediker en
Hooglied, en met toevoeging van de boeken Tobias, Baruch, Judith en Makkabeeën t en
2. De auteur is onbekend. Waarschijnlijk gaat het hier om een verkorting van een
bekend middeleeuws werk op het gebied van bijbelstudie, de Historia Scholasrica van
Petrus Comestor. Omstreeks 1175 bekleedde deze het ambt van kanselier van de Parijse
kathedraalschool. Zijn bijbelse geschiedenis was een mengeling van bijbelinhoud en
toelichtingen, en was bedoeld voor het onderwijs aan de kloosterscholen, maar werd