'k heel weinig af en met personeel omgaan viel niet mee'.9 Ook het huwelijksleven was
niet altijd rozegeur en maneschijn. Cornelia was erg huiselijk van aard, dit in
tegenstelling tot haar man. Bartout moest vaak weg vanwege zijn vele maatschappelijke
verplichtingen. Daarnaast was hij een vooraanstaand lid van de in 1882 opgerichte
herensociëteit 'de Club'.10 Iedere zaterdagavond was hij daar te vinden; zijn vrouw ging
dan vaak thee drinken bij haar moeder om maar niet alleen thuis te moeten zitten.
Cornelia deed haar best om in alles een goed echtgenote te zijn. Op 7 maart 1885 schreef
ze: 'Ik nam bij Bart vanavond nog eens een lesje in de financieele aangelegenheden en
wil mijn best doen om van alles goed op de hoogte te komen. Het voorbeeld van vind
ik afschrikwekkend, zij hebben nooit geleerd om zelf de dingen te zien en zijn nu geheel
afhankelijk van allerlei raadgevers'. Trouw noteerde ze - althans in de eerste jaren na het
huwelijk - al haar huishoudelijke uitgaven.11
Mei 1885 werd het eerste kind geboren, Anna Maria. In de jaren erna volgden er nog
twee, met de roepnamen Gies (Giesbert) en Bess (Elisabeth). Cornelia genoot van de
kinderen; het dagboek volgt hun ontwikkeling op de voet. Op 2t augustus 1893 schreef
ze: 'Giesje kwam vanmiddag voor het eerst uit de school met een cijfer voor zijn werk;
hij was overgelukkig met de behaalde vier [het hoogste cijfer was toen een vijf]; toen hij
dien vier kreeg dacht hij "ik verlang om thuis te zijn"; hij weet dat er thuis gedeeld
wordt in de kinderbelangen en ik vind het zoo aardig om dat gevoel in zulke kleine
trekjes zoo duidelijk te zien spreken'. Illustratief voor haar meeleven met de kinderen
(overigens ook van haar man Bartout) is het verslag van de viering van het
sinterklaasfeest op 5 december 1893: 'De kinderen waren vol van het naderende feest. De
grootouders aten bij ons en om zes uur wachtten wij allen St. Nic. af Bess liet ik bij
Maria [de meid] blijven, omdat ik bang was dat zij van St. Nic. zou schrikken. Alles liep
goed af en de vreugde was groot. Anna twijfelde een ogenblik en zeide "het is papa",
maar later was zij toch weer geheel onder den indruk; Giesje zei een alleraardigst versje
op en had in het geheel geen achterdocht'.
'Het lichte kleedje van de pret'
Naast de kinderen, eiste ook het sociale leven veel aandacht en tijd. Hoewel huiselijk van
aard, kon Cornelia ook genieten van uitgaan. In 1893 had ze grote verwachtingen van het
effect van de pas geopende cadettenschool op het sociale leven in de stad: 'Alkmaar zal
zich zelve ten leste niet meer kennen, want zooals het zich laat aanzien, wordt het
grauwe kleed van de doodelijke saaiheid afgelegd en verwisseld met het lichte kleedje
van de pret'.12 Een belangrijk onderdeel van het sociale leven was de 'visite': een
beleefdheidsbezoek dat ongeveer een kwartier of twintig minuten duurde. Ook Bartout
en Cornelia gingen vaak 'op visite'; zo bijvoorbeeld op woensdag 20 juni 1894: 'Wij
namen de vigilante en reden visites bij: de fam. Pont, de Lange, Conijn, Keiser, Kerkhof,
van Beek, van Farel, Ubbens, v.d. Hegge, Zijnen, Brants, v. Leeuwen, Moens, Schot,
Leopold, Karseboom en Umbgrove'. Uiteraard werd vooral omgegaan met mensen die