van een
iwering.
ressante
nerende
nan van
aflopen
edschap
ens een
tieke en
flkmaar,
:aten, de
in loyale
in 1797
edschap,
anderen
de dood
van zijn schoonvader in 1801 erfde Gijsbert het imposante huis De Dieu aan de
Langestraat tegenover het stadhuis. Daarnaast liet hij in 1810 een fraai buitenhuis
bouwen op de plek van het oude kasteel Ter Coulster in Heiloo.3
Ook in de Noord-Hollandse waterschapswereld was Fontein Verschuir geen onbekende.
In 1804 komen we hem tegen als heemraad van de Heerhugowaard en hoofdingeland,
heemraad en secretaris van de Zijpe. Twee jaar later, in februari 1806, volgde zijn
benoeming tot hoogheemraad van het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche en
Duinen tot Petten. Een half jaar later werd Gijsbert aangesteld tot rentmeester
secretaris van dit Hoogheemraadschap.4 Bij zijn aantreden was men al tien jaar bezig
met het aanleggen van strekdammen voor de grote Hondsbossche Zeewering bij Petten
om het strand voor de dijk te beschermen. Voor deze werken waren reusachtige
hoeveelheden zware steen noodzakelijk. Die steen werd verscheept vanuit het aan de
Schelde gelegen Doornik in het huidige België.5
Nadat in augustus 1809 een Engelse strijdmacht op de Zeeuwse eilanden was geland om
het door Napoleon tot een grote marinebasis ontwikkelde Antwerpen uit te schakelen,
was de vaart over de Schelde maandenlang geblokkeerd. Het bestuur van de
Hondsbossche kreeg met de effecten van de invasie te maken toen het eind augustus
1809 het onderhoud van de hoofden met inbegrip van de levering van alle benodigde
materialen wilde aanbesteden. Door de Engelse blokkade van de Schelde lukte dat niet
De Hondsbossche met
strandhoofden bij
Camperduin in 1806.
Detail uit een kaart van de
zeewering door J. Peereboom
en N.J. Pieterse.
Archief Hoogheemraadschap
van de Hondsbossche