Noten
1. F.W. Koorn, Begijnhoven in Holland en Zeeland gedurende de middeleeuwen (Assen, 1981) 27-29.
2. P.C. van der Eerden, "Het 'Hof van Sonoy'. Bouw en bewoningsgeschiedenis", in: M. v.d. Bijl e.a. red.,
Artistiek en ambachtelijk. Architectuur, kunsten en nijverheid in Alkmaar, i4e-ioe eeuw (Alkmaarse Historische
Reeks, deel IX; Hilversum, 1993) 9-12.
3. Zie voor de geschiedenis van het Jonge Hof met name een aantal artikelen van C.W. Bruinvis, verschenen
in de Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem (BBH) 18 (1893) 1-28,193-196; 20 (1895] 308-
313; 27 (1902J118-125; 28 (1904) 82-S>6 en 29 (1905) 326, 327. Verder E.H.P. Cordfunke, Alkmaar in prehistorie
en middeleeuwen; tien jaar stadskernonderzoek (Zutphen, 1978) 169-175.
4. Regionaal Archief Alkmaar (RAA), archief klooster Jonge Hof, inv.nr. 30.
5. RAA, archief klooster Oude Hof, inv.nr. 2.
6. RAA, archief klooster Jonge Hof, inv.nr. 1. Rob Roedema beweert in zijn artikel "Restanten van 'De Jonge
Hof aan de Doelenstraat", Nieuwsbrie/ van het gemeentelijke Bureau Monumentenzorg en Archeologie 2 (1999J
nr. 1,13-15, dat het pand Doelenstraat 4-6, ter plaatse van het voormalig artilleriehuis ofwel
stadsmagazijn, een kapel van het Jonge Hof zou zijn geweest. Ten onrechte stelt hij dat ook C.W.
Bruinvis tot die conclusie zou zijn gekomen. Bruinvis heeft slechts de mening bestreden dat het
artilleriehuis voorheen de kerk van het minderbroedersklooster zou zijn geweest. Zie BBH 18 (1893) 22>
46,47 en BBH 31 (1908) 32,33. Bruinvis opperde dat men op het verkeerde been was gezet door
Boomkamps Aikmaer en deszelfsgeschiedenissen (Rotterdam, 1747) waarin op blz. 201 sprake is van het
gieten van geschut in het koor van de kerk der minderbroeders, 'nu 's Stadts Magazyn'. Ook de 18de-
eeuwse kroniekschrijver Pieter Roose vermeldt dat het artilleriehuis 'in de kerk en het koor der
Minderbroederen voor het jaar 1604 was opgericht' en noemt op een andere plaats 1606 als het jaar
waarin 'van de minnebroederskerk een artelari huys' werd gemaakt. Zie RAA, Collectie aanwinsten,
inv.nr. 54 fol. 26,40 en 40verso. Zeker is dat er in 1573 geschut werd gegoten in de kerk van het
minderbroedersklooster. In 1574 werd het gebouw, een forse kruiskerk, gelegen op wat later de
Paardenmarkt zou komen te heten, afgebroken. Het artilleriehuis (met in de gevel het jaartal 1604) werd
volgens Bruinvis gebouwd op een 'leech erff dat in 1571 door het Jonge Hof werd verkocht aan de
gemeente Alkmaar. Zie voor de aankomsttitels RAA, Stadsarchief Alkmaar 1254-1815, inv.nr. 1525. Dit erf,
'begrijpende 't artilleryhuys' was 'royende van de Conincxwech nae de vulliscuyl toe bij de brugge van de
minderbroeders'.
7. Deze akte is alleen in afschrift bewaard gebleven. Zie RAA, Collectie aanwinsten, inv.nr. 16, fol. 956.
8. RAA, Collectie aanwinsten, inv.nr. 277, fol. 135,136.
9. RAA, archief klooster Jonge Hof, inv.nr. 18.
10. Ibidem, inv.nr. 3.
11. Zie Bruinvis in BBH 28 (1904) 82-96 en BBH 29 (1905) 326,327.
12. Ibidem, BBH 18 (1893) 193-196.
13. Zie voor de geschiedenis van het weeshuis J.H. Rombach, 'Het Alkmaarse burgerweeshuis', Alkmaars
Jaarboekje 3 (1967) 101-116.
14. RAA, Stadsarchief Alkmaar 1816-1919 (SA 1816-1919), inv.nr. 1734.
15. Ibidem, inv.nr. 1717.
16. ibidem, inv.nr. 448, nr. 542 en nr. 680; Verslag van den toestand dergemcente Alkmaar 1861 blz. 61,62;
Alkmaarsche Courant, i6juni 1861.
17. Algemeene Konst- en Letterbode 73 (1861) nr. 25 en nr. 32, blz. 258-260.
18. ibidem, 32 (1861) 260.
19. RAA, SA 1816-1919, inv.nr. 1772.
20. ibidem, inv.nr. 1739.
21. Ibidem, inv.nr. 1738.
22. ibidem, inv.nrs. 1741 en 1743; RAA, collectie Alkmaarse technische tekeningen.
23. E.H.P. Cordfunke, Alkmaar van boerderij tot middeleeuwse stad (Alkmaarse Studiën nr. 1; Alkmaar, 1972) 77-
81.
24. J.A.W. Gremmée, 'De stadsvernieuwing in Alkmaar, 1958-1990', in: M. van der Bijl e.a. red., Tussen Streek en
Randstad. Alkmaar in de twintigste eeuw (Alkmaarse Historische Reeks, deel VIII, Zutphen, 1990).
23