i laddertje
dij schijnt
iebben.5
/isie op de
en maakte
beroemde
gelo, maar
fselen van
n Mander
s andere
e slapen of
met zijn
ot deel van
t Pieter in
enigejaren
penbaring
tomie, iets
larvoor zij
s lijkt naar
een antiek
11e hoeken
et blad laat
0 kostbare
en aantal
:n de kunst
te hebben.
Hollandse
1 in Praag
Vulcanus
c, geholpen
it met haar
en gespierd
rar hij nam
dat in het
1 beeld had
heel wat
Ruïnes en
antieke beelden komen in zijn latere schilderijen, tekeningen
en prenten steeds weer terug. Voor hem bleef Rome de
bakermat van alle kunst. Hoe bepalend dat verblijf in Rome
voor hem was is ook af te lezen uit zijn zelfportret in
Cambridge, vele jaren later gemaakt, in 1553, toen de schilder
55 jaar oud was en op het hoogtepunt van zijn roem (afb. 5).
Zelfbewust kijkt hij ons aan, een kunstenaar die alom geacht
en gevraagd was, die goed verdiende en in de beste kringen
verkeerde. Niet voor niets heeft Maerten zichzelf afgebeeld met
op de achtergrond een schilderij van het Colosseum, het meest
beroemde bouwwerk in Rome, gigantisch van afmetingen, en hoewel aangetast door de
tand des tijds, nog steeds een inspiratiebron voor kunstenaars en architecten. Net zoals
Maerten dat zelf twintig jaar eerder had gedaan, zit een schilder met een tekenplankje
op schoot en een inktpot in de hand het Colosseum te tekenen. In 1572, twee jaar voor
zijn dood, tekende Maerten opnieuw het Colosseum. Hij liet het in prent brengen en
voegde de prent als achtste wereldwonder toe aan een reeks van de traditionele zeven
wereldwonderen.
Maertens reis naar Rome bezorgde hem een uitstekende reputatie. Direct na zijn
terugkeer kreeg hij belangrijke opdrachten voor altaarstukken. In november 1537 sloot
Maerten een contract met de kerkmeesters van de Oude Kerk in Amsterdam om dubbele
zijluiken te maken bij de Kruisiging van Jan van
Scorel op het hoogaltaar, die helaas verloren
gingen in de beeldenstorm van 1566. Gelukkig
wel bewaard gebleven is het enorme Laurentius-
triptiek voor de Grote Kerk in Alkmaar, waarvoor
Maerten nog geen jaar later, terwijl hij nog voor
Amsterdam aan het werk was, het eerste contract
tekende (afb. 6). Het is een enorm triptiek, of
eigenlijk een poliptiek, waar de schilder ruim
vier jaar aan heeft gewerkt. Het werk is bijna zes
meter hoog en in geopende toestand bijna acht
meter breed, een formaat dat in de Nederlandse
kunst nooit meer is geëvenaard.7 Ook de
buitenkant is beschilderd. De Alkmaarse opdracht gaf Van Heemskerck alle gelegenheid
om uit te proberen wat hij in Rome had geleerd: gespierde lichamen in de meest
verschillende houdingen, theatrale uitdrukkingen, een grote dramatiek en ingewikkelde
compositieschema's. De bijna overdreven aandacht voor de menselijke anatomie is in
navolging van Michelangelo. Van Mander vertelt, dat een van Maertens leerlingen hem
vroeg waarom hij na zijn verblijf in Rome zo anders was gaan schilderen. 'Mijn zoon,
toen wist ik niet wat ik maakte,' zou de schilder geantwoord hebben.8
5. Maerten van Heemskerck,
Zelfportret, 1553.
Olieverf/paneel, 42,2 x 54 cm.
Fitzwilliam Museum,
Cambridge
6. Maerten van Heemskerck,
Laurenriustripriek, 1538-1543.
Olieverf/paneel, 570 x 790 cm
(met lijst).
Domkerk, Linköping
7