x. Maerten van Heemskerck,
Portret van Pieter Gemtsz.
Bleker, 1529.
Olieverf/paneel, 84,5 x 65 cm.
Rijksmuseum, Amsterdam
hoogte. Niet alleen heeft Van Mander een tijdje in Heemskerk
gewoond om aan zijn Schilderboeck te werken, maar ook heeft hij
Maertens neef in Alkmaar goed gekend en was Van Mander
bevriend met een leerling van Maerten, de Amsterdamse
schilder en kunsthandelaar Jacob Rauwaert, bij wie Van
Heemskerck tijdens het beleg van Haarlem in huis woonde.
Later onderzoek heeft uitgewezen dat Van Manders gegevens
heel aardig met de feiten kloppen.
Toen Maerten eindjaren twintig in het atelier van Jan van
Scorel in Haarlem kwam werken, was hij al een volleerd schilder.
Zijn doel was vooral van de kennis te profiteren die Van Scorel in
Italië had opgedaan, want in die tijd waren maar zeer weinig
Nederlanders ooit in Rome geweest. Op het gebied van de
portretkunst had Maerten echter niet veel meer te leren. Dat
zien we bijvoorbeeld aan zijn portret van Pieter Gerritsz. Bicker
van 1529 in het Rijksmuseum te Amsterdam (afb. 1). Maerten
was de eerste schilder van zijn tijd die een grote levensechtheid
in het portret wist te brengen. Pieter Bicker, een welvarende Amsterdamse
muntmeester, komt over als een zelfbewust persoon van vlees en bloed, een man met
een rond en plastisch geschilderd gezicht, en met expressieve handen. Door licht en
schaduw wordt een grote ruimtelijkheid gecreëerd. Aan details is grote aandacht
besteed, zoals het licht dat door de vingers van de linkerhand heen schijnt, de fraai
geschilderde bontkraag, de realistisch geschilderde aderen op de handen en de
weerspiegeling van Bickers profiel in de spiegel tegen de achterwand. Het portret lijkt
een momentopname: Bicker kijkt op, terwijl hij bezig is met het tellen van geld op basis
van een opengeslagen kasboek. Een pen, inktpot, zandstrooier, stempel, zegellak en een
bolletje touw liggen op tafel, allemaal voorwerpen die zijn beroep illustreren. Een
dergelijk realisme was ongeëvenaard in die tijd en moet een grote indruk gemaakt
hebben. In vergelijking daarmee zijn Van Scorels portretten vlak en schematisch.
Niet alleen realisme, maar ook een vaardige hand in het componeren blijkt uit het
portret dat Maerten rond 1530 maakte van het gezin van Pieter Jan Foppesz. (afb. z). Deze
Foppesz. was een belangrijke en welgestelde Haarlemmer, schepen en kerkmeester van
de Sint Bavo, en getrouwd met Aleid van Berenstein. Zijn identiteit is enkele jaren terug
vastgesteld door middel van de zegelring die hij aan de vinger van zijn linkerhand
draagt. Het echtpaar had drie kinderen. De geboorte van de jongste in 1530 was wellicht
de aanleiding tot het schilderen van het portret. Dit werk, dat nu in Kassei hangt, is
overigens het eerste geschilderde portret van een gezin in Nederland. De informele en
levendige weergave van de kinderen is voor die tijd een unicum. Zelden of nooit zien we
in de 16de eeuw het gezinsleven zo spontaan weergegeven. De twee oudste kinderen
lachen en spelen plagend met elkaar; de vader heeft trots en liefdevol zijn hand op de
4