oktober 1869 betrokken 45 wezen het door de gemeentearchitect ontworpen nieuwe weeshuis. Tot 1915 deed het nieuwe gebouw als zodanig dienst. Sinds 1904 was ook het gymnasium in het gebouw gehuisvest. Het gymnasium bleef tot 1936, toen het verhuisde naar de Bergerhout. In de na het vertrek van het weeshuis vrijgekomen vertrekken werd in 1925 het Landbouwhuis gevestigd. Deze instelling bleef in het gebouw gehuisvest tot aan de sloop in 1969. De oude foto van de in 1867 afgebroken gebouwen is indertijd waarschijnlijk met opzet gemaakt om de oude situatie te documenteren. Terzelfdertijd werd door Evert Masdorp een tekening gemaakt van de panden (afb. 10). Op de achterzijde ervan staat geschreven: 'Dienzelfden dag (de dag dat de tekening werd gemaakt) begon men met de afbraak'. Meerdere Alkmaarders moeten hebben beseft dat met de sloop een eerbiedwaardig stukje stadsgeschiedenis aan de vergetelheid dreigde te worden prijsgegeven. 10. Tekening door Evert Masdorp van het Burgerweeshuis op de dag van de afbraak, 1867. Potlood/ pen/ penseel, 10,3 x 18,7 cm. Naast het voormalig kerkje van het Middelhof gebouwen van het verenigde Mannen- en Vrouwengasthuis, het latere stadsziekenhuis. Topografisch-historische atlas, Regionaal Archief Alkmaar Noten x. G.C. Dun, Van Gasthuys tot Centraal Ziekenhuis (Alkmaar, 1940) 15. 2. C.W. Bruinvis, Het patriottisme inAlkmaar, 1781-1791 (Alkmaar, 1886) 138,139. Gebruikte literatuur Bruinvis, C.W. Beschrijving der schilderijen enz., in het Burger-Weeshuis te Alkmaar (Alkmaar, 1870). Bruinvis, C.W. De geldmiddelen van het Burgerweeshuis te Alkmaar sedert de oprichting (Haarlem, 1909). Bruinvis, C.W. 'Het Middel-Begijnhof te Alkmaar', Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem, 30 (1908)411-418. Dun, G.C. Van Gasthuys tot Centraal Ziekenhuis (Alkmaar, 1940). Fasel, W.A. 'De "ondergrond" van het cultureel centrum', Oud Alkmaar, 3 (1978) 182-185. Rombach, J.H. 'Het Alkmaars burgerweeshuis', AlkmaarsJaarboekje, 3 (1967) 101-116. 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1998 | | pagina 29