en inwoning kregen. Het Vrouwengasthuis telde blijkens de plattegrond in totaal 27 proveniers woningen. Het waren aantrekkelijke woningen. In de uit 1779 daterende 'ordinaire conditiën van aannneming der provenieren' worden ze als volgt beschreven: 'allen vrij en zonder boven zig andre Proveniers meter woon te hebben; hebbende allen beneden Een, Twee of Drie Vertrekken, zommige van dezelve een Zijkamer behalven een bovensolder over de geheele wooning (waarvan zommige met een Voor en Achterkamer betimmerd zijn] en een vliering. Alle deze wooningen hebben hunne uitzigt op de binnenplaats over een ruim Bloemstuk en Bleekveld'.1 Links naast het kerkje bevond zich de 'beijert'. In dit vertrek vonden arme vreemdelingen tijdelijk onderdak. Een volgend vertrek, gelegen aan de Gasthuisstraat, het zogenaamde 'langhuis', was bedoeld voor de huisvesting van behoeftige oude vrouwen. Daarachter bevonden zich de gemeenschappelijke eetzaal, een mangelkamer en een keuken. Hoe de gebouwen in de 18de eeuw van buiten oogden valt te zien aan tekeningen van Cornelis Pronk en Abraham Rademaker (afb. 8 en 9). Financieel ging het met het sinds 1785 gecombineerde St. Elisabeths Mannen- en Vrouwengast- en Proveniershuis niet voor de wind. Er waren grote schulden, onder meer door de te lage bedragen waarvoor proveniers zich hadden kunnen inkopen. Men besloot geen nieuwe proveniers meer op te nemen en in 1800 werden de laatste aanwezige proveniers uitgekocht. Het noordelijke gedeelte van het verenigde gasthuis ontwikkelde zich vervolgens in de 19de eeuw tot stadsziekenhuis. Het zuidelijke gedeelte werd afgestoten. In het begin van de 19de eeuw werd het gebruikt als kazerne. In 1819 besloot het stadsbestuur er het Burger weeshuis in onder te brengen. Deze instelling was sinds 1576 gehuisvest in het voormalige klooster van Maria van Nazareth ofwel het Jonge Hof aan de westzijde van de tegenwoordige Doelenstraat. In 181 x werd dit gebouw gevorderd om te gaan dienen als militair hospitaal. De wezen werden onder gebracht bij particulieren en in het hervormd diaconiehuis. In november 1815 werd het gebouw teruggegeven aan het stadsbestuur. Daarop besloot de gemeenteraad om de kazerne in dit gebouw te vestigen. De vrijgekomen panden in het St. Elisabeths-complex werden verbouwd tot weeshuis. Dit hield onder meer de afbraak van een aantal voormalige provenierswoningen in. Op 8 oktober 1819 6. Detail van de bebouwing ten noordwesten van de Grote Kerk op de stadskaart van Drebbel uit 1597- Topografisch-historische atlas, Regionaal Archief Alkmaar 7. Plattegrond uit ca. 1785 van het Vrouwengasthuis. Een deel van de bijschriften - waarschijnlijk van de hand van C.W. Bruinvis - dateert uit de tgde eeuw. Topografisch-historische atlas, Regionaal Archief Alkmaar

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1998 | | pagina 27