ra
n f i
"Li
4. Het Canadaplein in 15183. Hier
stond tot 1969 het gebouw van
het Burgerweeshuis, later
gymnasium en Landbouwhuis.
Topografisch-historische atlas.
Regionaal Archief Alkmaar
5. Kadastrale kaarten van de
bebouwing ten noordwesten van
de Grote Kerk in 183a (links) en
1885 (rechts). Perceel 1912 op de
kaart uit 1885 (het nieuwe
Burgerweeshuis) verving de
bebouwing van perceel 338 op de
kaart uit 1832.
Stichting Historisch Kadaster
Alkmaar.
waren in het aangrenzende, in 1341 gestichte St.
Elisabeths Gasthuis. In 1572 werd het klooster
opgeheven en kwamen de gebouwen in handen van
het stadsbestuur. In 1581 werd een deel bestemd tot
Pesthuis en in 1591 werd in een ander deel het
stedelijke Mannengasthuis gevestigd. Ook het St.
Elisabeths Gasthuis, inmiddels een stedelijke
instelling, kreeg gebouwen van het voormalige
Middelhof toegewezen. De indeling van het
gebouwencomplex werd nu als volgt: het dichtst bij
de Grote Kerk bevonden zich de gebouwen van het St. Elisabeth of Vrouwengasthuis,
vervolgens kwam het Mannengasthuis en tenslotte het Pesthuis. Het Pesthuis werd in
1780 ingericht tot kazerne. In 1816 werd het gebouw gesloopt; ter plaatse bouwde men
in 1872 de Stadsapotheek. In 1785 werden de beide gasthuizen verenigd onder de naam
St. Elisabeths Mannen- en Vrouwengast- en Proveniershuis. Hieruit groeide het latere
Stadsziekenhuis. Deze instelling verhuisde in 1929 naar de voormalige Cadettenschool.
Een actie van de vereniging Oud Alkmaar om de nu leegstaande gebouwen te behouden,
had geen succes. In 1930 werden de panden gesloopt.
Het kerkje van het voormalige Middelhof en de onmiddellijk daaraan grenzende
gebouwen werden na 1572 geleidelijk in gebruik genomen door het St. Elisabeths of
Vrouwengasthuis. Het kerkje werd in 1584 gebruikt als opslagplaats voor buskruit. Van
1594 tot 1596 werd het gebouw verhuurd aan wol wevers. Vanaf 1596 was de kerk in
gebruik bij het Vrouwengasthuis. Tot in elk geval 1606 woonde er nog een aantal zusters
in het voormalige kloostercomplex: in dat jaar wezen zij het Pesthuis aan als hun
erfgenaam. Er is een plattegrond bewaard gebleven van de situatie rond 1785 (afb. 7). In
de kerk waren toen 12 provenierswoningen gevestigd. Proveniers waren oude mannen
en vrouwen die in ruil voor de betaling van een bepaalde geldsom hun verdere leven kost
I
■li
J r
Lx/
CD/
1
r
'9
20