teruggestuurd, zij het in afschaduwing. Zij immers, die licht niet kunnen zien, nemen van nature genoegen met afschaduwing, zoals Plato reeds leert in zijn allegorie omtrent de grot. Kunsthistorici jammerden over de barbarij van de digitale overseining van het kunstwerk, zo luid dat het zelfs in Amsterdam en dientengevolge in landelijke dagbladen te horen was. Weliswaar hadden de kunstenaars Bolten en Peperkamp op 14 juni van dat jaar tegenover NRC Handelsblad verklaard dat zij niet zoals Maerten met marterharen maar met printer penseelden en slechts een stotterend antwoord hadden verzonnen op de vraag naar terugkeer van het altaarstuk, toch kermde Ileen Montijn in dezelfde krant op 25 september, een week na de overseining, over het voorbeeld van de overschatting van een nieuw medium - 'eigen schuld, maar toch sneu'. Samen met Leidse studenten betrad ik op die zaterdag in september de grijze kerk met door de ramen de grijze lucht. Wij namen vanuit het middenschip het in afschaduwing teruggevoerde retabel in ogenschouw. Zo heeft Maerten van Heemskercks retabel hier dus gestaan, begon ik, voor deze kerk heeft hij het gemaakt en hier heeft het in oorspronkelijke zin gefungeerd. Onderwijl wees ik op het eigentijdse plankier in de nabijheid waar wij stonden, de verhoging voor een even tevoren gehouden modeshow tot te gelde making van het heidens geworden bedehuis van weleer. In weerwil van het horecageluid uit de zuider dwarsbeuk, immer aanwezig teken van de god van de buik, Het geopende reubei van Maerten van Heemskerck. Domkerk te Linköping, foto: Stedelijk Museum Alkmaar 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1998 | | pagina 19