Op dat moment had de gemeenteraad juist het Basisplan-1967 goedgekeurd. De pro- c
vincie wees het plan echter af omdat het te weinig gedetailleerd was. Al snel kwam de v
gemeenteraad tot inkeer toen bleek dat er toch wel veel moest worden gesloopt in de t
binnenstad. Niet in de laatste plaats door bewonersprotesten bleefhet Basisplan-1967
een papieren tijger.
I
De basisplannen waren in feite stadssaneringsplannen. Overal in de stad stonden d
huizen met daarop een bord met de tekst 'Onbewoonbaar verklaarde woning'. v
Talrijke gebouwen stonden leeg. Overal ontstonden gaten in gevelwanden. De kaal- a
slag tierde welig. De rijksoverheid was de gemeente behulpzaam bij krotopruiming. ti
Toen begin 1963 de 'beschikking bijdrage saneringsplannen' afkwam, betekende dat b
een aanzienlijke verruiming van de financiële mogelijkheden voor de gemeente. g
Inmiddels werden er aan de lopende band bestemmingsplannen gemaakt. E
Ambtenaren van het grondbedrijf waren behulpzaam bij het opstellen van de voor- ti
schriften. Alle bouwblokken in de binnenstad werden uitgekamd. Geen pand bleef B
onbezocht en onbesproken. Het was noodzakelijk dat er per opstal een volledig d
inzicht kwam inzake de bouwkundige toestand, de functie en het gebruik. In acht si
jaar tijd werd zo de gehele binnenstad vastgelegd. p
Voor particuliere en overheidsprojecten werd in 1963 in totaal een bedrag van rond de n
45 miljoen gulden aan rijksgoedkeuringen aangevraagd. Dat is een stijging van maar g
liefst 15 miljoen in vergelijking met de aanvragen het jaar daarvoor. De grootste E
grondaankoop door de gemeente vond plaats aan de Heilooërdijk, waar een boerderij ei
met weiland groot tien hectare werd verworven. h
e'
Nieuw leven n
In die periode, waarin burgemeester Wytema het moeilijk had op het gebied van de tc
stedebouwkundige plannen, werd als hoofd van het grondbedrijf K. de jonge aange- F
steld. "ik moest het grondbedrijf nieuw leven in blazen", zei De jonge achteraf Hij beves- k,
tigde dat het grondbedrijf in zijn beginperiode een uitsluitend administratieve taak t\
binnen de gemeente had. De exploitatie van de gemeentelijke gronden was nog bij V
verschillende diensten ondergebracht. De heer De Jonge wist enige lijn te brengen in gi
de beheerstructuur van de gemeentelijke gronden en gebouwen en er werd een batig
saldo zichtbaar. De Jonge in 1996: "Dan blijkt het de kunst te zijn de deksel zo lang mogelijk
op het potje te houden om pottekijkers te weren. Vaak wilde men uit de pot snoepen." Want
onder aanvoering van burgemeester en wethouders was er veel belangstelling voor de
miljoenenpot van het grondbedrijf
Het voormalig hoofd van het grondbedrijf kijkt ook terug op een structureel tekort
aan personeel voor zijn afdeling, "ik heb altijd getobd met te weinjg personeel", zegt De
Jonge nu. Hij herinnert zich tevens dat de gemeente in opdracht van het college min