immers had "indertijd op uitnoodiging van B. en W. de materie van het,grondbednjf bestu
deerd en een voorontwerp ervan gemaakt. Doorzijn kennis van uitbreidingsplan, om^evin^,
technische vraagstukken (als bouwrijp maken van^rond, bestratingen, behardiiy, rioleering],
is hij als het ware aangewezen voor deze functie)". Het directoraat van het Sportpark zou
volgens Leesberg moeten worden toegewezen aan B. Hoek, de directeur der
Plantsoenen. Zowel Vos als Hoek waren al sinds het begin van de eeuw in gemeen
tedienst en hadden een ruime ervaring op hun vakgebied opgebouwd. Voor de
administratieve en financiële kant van de zaak moest, aldus Leesberg, voor beide
mannen een klerk-boekhouder worden aangesteld.
Nadat voor- en tegenstanders van het voorstel van Burgemeester en Wethouders
het woord hadden gevoerd, werd er ten slotte gestemd. Dertien raadsleden stemden
voor, zes tegen.
Tijdens de volgende raadsvergadering, op 23 juni 1923, werd besproken hoe groot
het salaris moest zijn dat de nieuwe directeur zou gaan verdienen. Er lag een voor
stel van Burgemeester en Wethouders om het salaris te bepalen op 5.000 gulden. Dit
bedrag moest gelijkelijk over de drie diensten waarover de nieuwe directeur de lei
ding zou hebben, worden omgeslagen. Over dit laatste punt werd gediscussieerd.
Daarop deelde wethouder Thomsen mede "dat het voorstel aldus is geformuleerd om niet
bij den meuwenfunctionaris den indruk te wekken alsof het gemeentebestuur een bepaalden
dienst minder belangrijk zou vinden".
Ten slotte werd op de raadsvergadering van 22 september achter gesloten deuren
besproken naar welke van de kandidaten de voorkeur uitging. Toen de vergadering
heropend werd, bleek dat er een fout was begaan: er waren slechts twee in plaats
van drie kandidaten voorgedragen: J.H. Jacobse en D. Schenk, die directeur van de
Middenstandsbank was. Zo werd alsnog de naam van Schuurman, in 1907 benoemd
tot directeur van het gemeentelijk Slachthuis en later directeur van de
Waterleiding, toegevoegd. Op hem werden drie stemmen uitgebracht, J.H. Jacobse
kreeg vijf stemmen en D. Schenk tien. De uitslag was duidelijk: D. Schenk werd
benoemd als directeur. Op de volgende raadsvergadering, die op 13 oktober plaats
vond, werd meegedeeld dat er een schrijven van hem was binnengekomen, geda
teerd 11 oktober, "houdende een dankbetuiging voor zijne benoeming tot directeur van het
grondbedrijf sportpark en marktwezen".
Dirk Schenk, man uit de bankwereld
Dirk Schenk, de man die benoemd werd tot eerste directeur van het grondbedrijf,
was geboren op 1 december 1876 te Wieringerwaard. Hij had, zo blijkt uit een arti
kel dat bij zijn overleden in de Alkmaarsche Courant van 16 juli 1934 verscheen,
aanvankelijk gewerkt op een Amsterdams Scheepvaartkantoor, en kwam daarna in