n n d li VI g' li A g' S1 b t£ b. d g 'F d n le del van bewuste grondpolitiek het particulier initiatief op het gebied van de N woningbouw te sturen. Ii Nadat de binnenstad door gestage groei van de bevolking overvol was geraakt, st kwam in het laatste kwart van de 19de eeuw ook aarzelend het bouwen buiten de g singel op gang. Aanvankelijk gebeurde dit nog langs het bestaande wegennet. Pas g zo rond 1900 kwamen er ook wij kjes met een eigen stratenpatroon. Als eerste kwam, n ten westen van de stad, tussen het spoorwegstation en de singel, de Spoorbuurt van v; de grond (ca. 1895-1925}. De gemeente had hier weinig bemoeienis mee. Het stra- g tenplan van dit wijkje was er dan ook op gericht om dit gebied zo economisch n mogelijk te kunnen exploiteren. De huizen werden dicht opeen gebouwd. Er was w geen ruimte voor openbaar groen opengelaten en behalve aan de Stationsweg kreeg Pi geen van de huizen een voortuintje. Het wijkje werd kortom een voorbeeld van C waartoe ongeremd particulier initiatief kon leiden. ti Het was met name ook tegen dit soort wantoestanden dat in 1901 de Woningwet g werd opgesteld. Volgens paragraaf 6 van deze wet werden gemeenten met meer dan e< 10.000 inwoners, alsook gemeenten waarvan het aantal inwoners in vijfjaar met li meer dan één vijfde was toegenomen, verplicht om een plan van uitbreiding op te C stellen. Dit plan moest dan vervolgens door G.S. worden goedgekeurd. Op grond n van een uitbreidingsplan kon, in het belang van de volkshuisvesting, tot onteige- z< Gezicht op hetNoordhollands Kanaal vanaf het Zeglis richting Alkmaar. Litho B.G. ten Berge, 1861. i

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1997 | | pagina 14