Leeuw, woonachtig ten huize van Sparenberg op het Verdronken Oord tot
eene som van honderd gulden voor eens. 8. Nog verzoeke ik dat de schrif
turen, vervat in de twee onderste groote vakken van de groote eikenkast
op mijne studeerkamer vernietigd worden, terwijl de twee nog overige
groote vakken kast nagezien worden in hoeverre zij nog eenig voorwerp
van waarde moge bevatten. 9. Liefst uite ik gene bepaalde wenschen ten
aanzien van de behandeling, verzorging en plaatsing mijner kinderen; uit
vreeze dat ik hier door de benoemde voogden zoude belemmeren om, zoo
mogelijk met gemeenzaam overleg, overeenkomstig de bestaande omstan
digheden hun beste inzien te volgen, de belangen van mij zoo dierbare
panden op de doelmatigste wijze te behartigen.
Notaris Adrianus
Petrus de Lange
(1775-1855)
Alkmaar den 25 Febr. 1839. Ds: J. Wolterbeek.
Mijn Testament of uiterste wil beschreven den 25. Februarij 1839
D.J. Wolterbeek.
Bij het berigt van mijn onverwacht overlijden terstond te bezorgen bij den
Hr. A.P. de Lange"
(het document was gesloten geweest
door drie zegels in rode lak, met als wa
pen drie, in evenveel verdiepingen
rond-geschoren bomen naast elkaar;
helmteken een antieke vlucht.
i de beneden voorkamer
o.a.
Het lag voor de hand, dat na de dood
van Ds. Wolterbeek door de voogden
en executeurs voor de kinderen de na
latenschappen afkomstig van beide ou
ders tot liquiditeit dienden te worden
gebracht en dus werd ook in dit geval
weer, zonder verwijl, een inventaris
opgesteld van de losse goederen, die
zich in het woonhuis aan de noordzijde
der Oudegracht bevonden.
Daartoe verleende notaris A.P. de
Lange opnieuw zijn medewerking en
bij acte van 29 april 1840 en volgende
dagen werd een tocht door het ouder
lijke huis ondernomen, teneinde in
vertrek voor vertrek de aanwezige za
ken te kunnen opsommen en tevens
stuk voor stuk te taxeren. Begonnen is:
werd aangetroffen „op den haard een en-
66