gen had. De procureur Van Bodeghem, die ook in dit geval occupeerde
voor het stadsgerecht vond ook in dit geval als vertegenwoordiger van
haar tegenpartij Mr. Klaver. Reeds op 13 juli d.a.v. diende laatstge
noemde van antwoord in conventie, daaraan een reconventionele eis toe
voegende dat Knuijse's huwelijk zou worden gedissolveerd en de hand des
huwelijks ontbonden, dat hij zou worden geadmitteerd met een ander te
mogen trouwen, met veroordeling van de wederpartij te zijn vervallen en
vooraltoos gepriveerd van de voordelen vervat in de huwelijkse voorwaar
den. Vervolgens werd van zitting tot zitting voortgeproduceerd totdat ter
comparitie van 21 september de procureur van gedaagde ineens geducht
van leer trok: hij was „niet waardigh agtende de vertoogen van onbe-
schaamtheijdt, injurie, laster siekte in aestimabele en detestabele deni-
gratie onder protestatie van des Requirantes eerlijkheijt, ten laste van
den gerequireerde ruijm soo vulgair, als wel decent in de dingtalen uijtge-
roepen, in het particulier hier te wederleggen".
Oudegracht ranaf de Wat was er inmiddels voorgevallen?
hi' Margarethe Knuijse-Winder en haar schoonzuster Mevrouw Winder-
Croes, gevoegd deze laatste met haar echtgenoot hadden zich incidenteel
Gekl. tekening door tot het Hof gewend met een verzoek om rau-actie ter verkrijging ener wei-
].A. Crescent, 1796. gering der injurieuse uitdrukkingen, neergelegd in de edictale citatie;
31