Hoe onder die hem bekende feiten toch de geheimhouding aanvaard kan worden
is mij een raadsel te meer in deze zaak.
Met verschuldigde achting heb ik de eer te zijn
G. Looman
Directeur der gemeentewerken.
Looman kreeg daarop van burgemeester Ripping de opdracht zo uitvoerig
mogelijk op de beschuldigingen van Pot in te gaan. Bij schrijven van 15 april
presenteerde de directeur van gemeentewerken zijn verweerschrift aan de
voorzitter van de bedoelde raadscommissie en de gemeenteraad. Puntsgewijs
gaat Looman in op de kritiek van Pot. Hij begint met de drie ophaalbruggen
en een draaibrug.
„Voor de Ridderstraatbrug en de brug bij de Dijk verwijs ik naar de raads
zittingen van mei, juni, juli en november 1900. Op 30 mei 1900 werd door de
raad besloten de tram Haarlem Alkmaar te doen eindigen aan de Limmerhoek.
De hoofdgedachte was toen over de Ridderstraatbrug te gaan en omdat van die
brug juist de plannen in behandeling waren, werd daarbij rekening ge
houden dat dit een trambrug moest worden. Toen daarna bleek dat dit niet het
geval zou zijn, werd in het plan het balkenmateriaal waarover de tram zou rijden
minder zwaar gemaakt, doch helaas is de balans aan het broekeind niet in
zwaarte verminderd. Toen de brug geprobeerd werd bleek deze vanzelf open te
gaan. In dat euvel werd eerst voorzien door een proefbalast. In een latere bijeen
komst van de raadscommissie werd tegen mijn mondeling advies besloten het
draaipunt van de balans tachtig centimeter naar voren te brengen en de brugket-
ting aan de priemen zo laag mogelijk aan te brengen. Dit is geschied en de
draaipunten lagen daarna minder goed tegenover elkaar, waardoor de brug
minder makkelijk draait, maar toch steeds dooreen brugwachter bediend wordt.
De brug bij de Dijk was een tweelingbrug van die bij de Ridderstraat en daar
werd dezelfde fout gemaakt. Ik herhaal hier dat het verplaatsen van het draaipunt
tegen mijn advies is verricht. De heer Stoel stelde voor die zaak te doen uitmaken
tussen fabrikant en architect, doch op zijn voorstel werd niet ingegaan.
De derde brug is die welke in 1908 bij de Alkmaarsche Uzer- en Metaalgieterij
en door die fabriek is gebouwd. Op 7 april heb ik die brug geïnspecteerd en de
brugwachter Lengers bediende die brug als het ware spelende. De heer Morra
deelde mij mede in het begin enige hinder te hebben ondervonden wanneer het
dek zeer nat of droog was. Natuurlijk is dan de evenwichtstoestand zolang
verbroken tot die door belastregeling weer in orde is gebracht. Ik drukte er mijn
bevreemding over uit dat hij daarover geklaagd had tegenover een raadslid en
mij niet even telefonisch bericht had dat die brug lastig draaide. Het doorvaren
is door het inkorten van de kettingen veel beter geworden, zoals de heer Morra
mij zelf verklaarde.
Wat de heer Pot over de steiger aan de Kanaalkade schrijft is zijn gevoelen,
13