„Oud Alkmaar" organiseerde in 1927 het „Palmpaschen" Oud Alkmaar" organiseerde in 1927 het „Palmpaschen (UitdeA.C. van 11-4-1927 „De viering van Palmpaschen, zooals die door de vereeniging „Oud- Alkmaar" gister voor de eerste maal georganiseerd was, beteekende iets nieuws. En al wat nieuw is heeft gemeenlijk veel bekoorlijks. Toen Zondagochtend op het Hofplein al meer kinderen, grooten en kleinen, rijken en armen, zich verzamelden; toen het daar een gewemel werd van jonge menschjes, die zich opmaakten om de ontwakende lente in de luiden; toen daar honderden palmpaschen omhoog gestoken werden, met roode, witte, blauwe, met gouden en zilveren wimpeltjes, met koeken en zwaantjes, met kipjes en eieren; toen over dat alles een blij muziekje van het carillon buitelde door de zonnige lucht, zie, toen werd er eensklaps een verheuging wakker in en om alles. Het was of op dat eene oogenblik alles lichter, zonniger werd, of alle somberheid van de gezichten der menschen werd weggevaagd. Het was of in dat eene oogenblik alle verdriet vergeten werd en er slechts plaats was voor geluk. O, niet alle paasch-stokken waren even mooi. Er waren er die uit weinig meer bestonden dan een eenvoudig takje, bescheidenlijk opgesmukt met wat groen, wat wimpeltjes en een enormen peperkoekhomp. Er waren er waarop de kleine wit- en rose kippetjes en eitjes een wel heel „verlegen" indrukje maakten. En daarnaast zagen wij er, waaraan moeite noch kosten gespaard waren, die pronkstukjes genoemd mogen worden en trotsch en parmantig door de gelukkige bezitters of bezitsters rondgedragen werden. Maar wat doet dat onderscheid er toe! En wat geeft het, dat ook hier, onder deze „groote-menschen-in- den-dop" reeds eenzamen waren, die met zichzelf en hun paaschstok geen raad schenen te weten en wat verdrietig afgezonderd stonden van de anderen. Niets geeft het en niets doet het er toe. Want nogmaals, toen eenmaal de stoet zich in beweging zette en de honderd koppige kinderschaar, voorafgegaan door een muziek korps, haar wandeling door Alkmaar's straten aanving, toen op dat oogenblik de tallooze paasch-stokken omhoog gingen, toen was er geen verschil in grootte en geen mindere of meerdere versiering op te merken, toen waren er geen eenzamen meer, toen werd alles één. Die eendracht, zij was als een toekomstsymbool. 460

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1982 | | pagina 16