Herinneringen van Wimke Glasz.
Door Th.B. Roep
De eerste Koninginnedag van een socialistisch doopsgezind predikant
- en andere herinneringen van Mej. W. Glasz (1900-1981) aan de
pastorie te Alkmaar
Op 8-9-1981 overleed te Alkmaar Wimke Glasz op 81-jarige leeftijd.
Wij herdachten haar in de kerkdienst van de doopsgezinde gemeente,
zondag 21 september daarop. Onze leraar omschreef Wimke Glasz,
als een vrouw met een open karakter. Zij was tevreden met haar
herinneringen aan de jaren, waarin zij directrice van de huishoud
school was; zij toonde zich een blijmoedig mens, ondanks de ouder
dom met zijn gebreken. Zij was sedert 1953 gepensioneerd.
Enige jaren geleden bezocht ik Wimke Glasz in haar bovenwoning
op een prachtig punt in de stad nl. op de hoek van Oudegracht en
Koorstraat, boven de wijnhandel van Pels. Wimke Glasz was slecht
ter been, maar had haar kamer gezellig gemaakt met talloze uitbun
dig bloeiende rode geraniums. Haar vader Ds P.J. Glasz kwam als
doopsgezind predikant in 1898 vanuit Rottevalle naar Alkmaar en
bleef hier tot 1910. Van hem wordt door oudere leden van de
gemeente verteld, dat hij de „eerste roje dominee was, maar met een
hoge hoed" en ook, dat bij hem eens de ramen waren ingegooid,
omdat hij geweigerd had de vlag uit te hangen op Koninginnedag. De
mensen maakten daarover gniffelend toespelingen op zijn naam; hij
werd de „glazenvlieger" genoemd. De zondag na deze gebeurtenis
preekte Ds Glasz over het psalmwoord: „De Heer is Koning".
Uit de notulen van de kerkeraad bleek, dat op 15 mei 1898 een
circulaire van de doopsgezinde sociëteit aan de orde was geweest
over een godsdienstige bijeenkomst op 31 augustus 1898 ter gelegen
heid van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina. In de notulen daarover
werd genoteerd, dat deze circulaire „voor kennisgeving" was aange
nomen. Op de volgende kerkeraadsvergadering van 19-8-1898
maakte de voorzitter de Lange bezwaar tegen deze passage in de
notulen. De circulaire was wel degelijk besproken, volgens hem. Maar
Ds Glasz had dadelijk te kennen gegeven, dat, als men een kerkdienst
wenste op 31 augustus, men er beter aan deed „voor dien gelegen
heid een anderen predikant" uit te nodigen om het woord te voeren,
„aangezien Z.Ed. zich daartoe beslist niet zoude leenen, als zijnde
een en ander in strijd met zijne gevoelens". De kerkeraad besloot
toen deze gevoelens te respecteren en de kerk op 31 augustus gesloten
te houden. Inderdaad vermeldt de Alkmaarsche Courant van
456