Vronergeest. (Daar de Vronermeer juist ten westen van de Vroner-
geest lag is de westzijde van de Vronergeest dus ongeveer gelijk aan
de oostzijde van de Vronermeer). De koper begon direkt met de
bouw van een nieuwe molen, waarvan we mogen aannemen dat die
nu op de geest werd gebouwd. De afbouw werd hem echter verboden
door Gerrit Jacobsz Groen, de pachter van de belasting op het
gemaal. Een request aan de Gecommitteerde Raden van de Staten
van Holland in West Friesland en het Noorderkwartier te Hoorn was
nodig om dit verzet te breken. Claes Jacobsz Verwielen mocht de
molen verder afbouwen, maar daarin niet meer dan één paar stenen
leggen en deze alleen gebruiken voor het malen van rogge en „coorn"
(gerst). Het malen van tarwe werd op de Vronergeest verboden. Op
13 oktober 1672 werd Claes Jacobsz Verwielen veroordeeld tot een
boete van f 6.—, omdat hij op een biddag gemalen had en dat was in
strijd met de plakkaten.
De molenaars waren als meelproducenten mede ingeschakeld bij de
controle voor de belasting op het gemaal. In 1685 legden Claes
Cornelisz, molenaar te Koedijk, en Claes Jacobsz Verwielen, mole
naar op de Vronergeest, op verzoek van Melis van der Paeden,
impostmeester over het gemaal van Alkmaar en omgeving, de eed van
getrouwigheid af.
De molens moesten een naam hebben.
Een ordonnantie van de Raden en Meesters van de rekeningen der
Domeinen van de Staten van Holland, gedateerd 17 juni 1693,
gericht aan o.a. de regeerders van Koedijk, bepaalde dat voortaan
iedere molen een naam moest hebben, die aan de molen zichtbaar
moest worden aangebracht met „grootte clare en leesbare letteren",
ook moesten de windbrieven overgelegd worden. De molen in het
dorp kreeg de naam De Koe. De molenaar Claes Cornelisz, kon geen
akte van het recht van de wind overleggen. Het windrecht ad
f 1-5—0 werd jaarlijks door de dorpsontvanger betaald aan de
rentmeester van de Vronen te Alkmaar. De molen op de Vronergeest
kreeg de naam De Eenhoornde Koe. Dit vermoedelijk naar aanleiding
van het enkele paar maalstenen dat daarin geplaatst was. Een
windbrief had de molenaar niet, maar wel 4 kwitanties van de
rentmeester te Haarlem, ad f 2-10-0, van de jaren 1689 tot en met
1692.
De verdere geschiedenis van de molens op de Vronergeest.
Op 16 april 1699 verkocht Claes Jacobsz Verwielen een achtkante