De Cock de Regulierslaan en m.i. eveneens terecht. Immers, op 18 juni 1556 sloot de stad Alkmaar met de ambachtsvrouwe van Heiloo een overeenkomst, inhoudende, dat geen tappersneringen zouden worden gedoogd tussen Jan Remmerslaan en de ban van Alkmaar8). Reden waarom de stad in 1559 het huis en erve De Nadorst, „gelegen bij de regulieren in de ban van Heilo", kocht om te worden afgebroken9). In 1589 werd verkocht een kroft land „in de bannen van Alckmaer en Heyloe aen de Munnickenlaen"10 Eikelenberg schrijft: „Even bezuiden de Nieuwepoert, 370 roeden van de wallen van Alkmaar, staat een banpaal opgeregt. Van daar strekt de banscheiding van Heilo en de Steede westwaardt na de Bergermeir, oostwaarts na Boekel"11). We mogen dus wel aan nemen dat de Munnikenlaan dezelfde is als de Regulierslaan. Het even zuidelijker gelegen Cranenbroek, een leen van Egmond, wordt trouwens eeuwenlang vermeld als te liggen in het rechtsgebied van Heiloo12 Waarmee niet alle problemen in dit gebied zijn opgelost. Zo is er het riviertje de E of Ie, waarvan reeds in een oorkonde van 1284 sprake is13) en waaraan „het land van Overdie" zijn naam ontleent. Is het mogelijk dit watertje te localiseren? Op de kaart de Landmeter van Lourens Pietersz loopt ter linker zijde van de Achtermeer een water met grillige bochten naar de stad. Op de kaart van Blaeu vindt men het onder de naam Zandersloot en op hedendaagse kaarten als Blekerssloot terug. Naar mijn overtuiging is dit de Ie en geen gegraven tochtsloot. Deze Ie is ver naar het zuiden te volgen, hetgeen tevens verklaart - zoals Eijken m.i. terecht stelt14 - waarom het gehele gebied tussen Alkmaar en Akersloot het land Over d'Ie heette. Het is immers een duidelijke voortzetting van de Limmer Die in noordelijke richting. Er is echter geen enkel gegeven waaruit zou blijken dat de Ie ooit als grensscheiding heeft gefungeerd, noch dat het Alkmaarse deel van het land van Overdie in een later stadium tot de stadsvrijheid is gaan behoren. In het gebied ten westen van de Herewech of (Kennemer)straatweg is de situatie evenmin duidelijk. Door de aanleg van de Hout is er nogal wat veranderd, alsook door de stadsuitbreidingen. In de 14e en 15e eeuwse oorkonden van de abdij van Egmond worden enige stukken land in de vrijheid van Alkmaar vermeld, gelegen in de Nuwepoert in ver vrouw) Nellenbroek bij de Holenwech en in ver Reylenbroek15De Holewech liep kennelijk van de Nieuw- poort naar de stad, want in 1576 kochten burgemeersteren een stuk land ten behoeve van de nieuw te graven gracht (Kennemer- singel), belend ten oosten de Holenwech en ten noorden de stadsvesten16), terwijl in 1666 sprake is van een stuk land in de 426

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1981 | | pagina 4