Waar ging Alkmaar ter hofvaart?
door Th. P. H. Wortel
Dr. H.P.H. Camps heeft in zijn proefschrift van 19481wel overtui
gend vastgesteld, dat Alkmaar zijn stadsrecht via een door zekere
magister Daniël vervaardigd concept ontleend heeft aan dat van Den
Bosch. Dat deden ook Haarlem en Delft, zij het ieder op zijn manier.
Het is begrijpelijk dat de aldus van een Brabantse stad overgenomen
rechtsregels voor een deel niet of nauwelijks toepasselijk waren op
toestanden en gebruiken in een Hollandse stad. Het kon ook
gebeuren dat men in het verkregen stadsrecht geen of onvoldoende
rechtsregels aantrof, waarop men kon steunen om in een bepaald
geval vonnis te wijzen. Dan bestond voor de dochterstad de mogelijk
heid om vonnis te vragen aan schepenen van de moederstad. Dit
gebruik heette te hoofde gaan of hofvaart. Voorzover echter bekend
is ging Alkmaar nimmer in Den Bosch te hoofde en evenmin
trouwens in Haarlem en Delft. Dat hoefde ook niet, want men mocht
vrijelijk daartoe een andere stad kiezen.
Als Alkmaar dan niet naar Den Bosch voer, waarheen trok men
dan Men heeft wel gedacht - aldus Camps dat Delft en Alkmaar
in Haarlem te hoofde gingen, maar daarvan is geen blijk gevonden.
Merkwaardig genoeg werd het antwoord op die vraag reeds lang vóór
Camps gegeven, maar voorzover ons bekend heeft nog niemand
daarop gewezen.
Dr. P.J. Blok in zijn „Geschiedenis eener Hollandsche stad", t.w.
Leiden, behandelt in een eerste deel de geschiedenis van die stad in
de middeleeuwen.2) In hoofdstuk X, „Recht en rechtspraak", wijst
hij op de goede naam die de rechtspraak der Leidse schepenen zich
naar buiten verworven had. „De stadsrekeningen uit het begin der
15de eeuw maken herhaaldelijk melding van de komst van vreemde
schepenen te Leiden „om raet van vonnessen", „ter hofvaert", zoals
men placht te zeggen." Zo kwamen in die jaren schepenen uit Gouda,
Delft, Haarlem, Alkmaar, Naarden en Rotterdam naar de sleutelstad,
aldus Blok. We kunnen dit gemakkelijk controleren, omdat een paar
jaren later die stadsberekeningen werden gepubliceerd door Mr. A.
Meerkamp van Embden.3) Daarin vinden we o.a. dat op 18 nov.
1412 het gerecht van Delft in Leiden kwam „om raet van vonnessen"
en op 7 dec. van hetzelfde jaar dat van Gouda „om een vonnesse". In
dezelfde rekening, 1412/13, komen we dan de volgende post tegen:
„TsManendaghes dairna (15 mei 1413) den gherecht van Alcmair
375