De Wit heeft vele soorten atlassen uitgegeven waaronder een
wereldatlas, een zeeatlas, een atlas van de 17 Nederlandse provincies,
alsmede stedeboeken zowel van Europa als van de Nederlandse
steden afzonderlijk. Voor deze stedeboeken van de Nederlanden
maakte hij o.m. gebruik van de door hem verworven koperplaten van
de stedeboeken van zijn concurrenten Blaeu en Janssonius, die in
1674 en 1676 te Amsterdam openbaar waren geveild en die hij
opnieuw bewerkte en afdrukte. Het stedeboek, tevens aangevuld met
wat nieuwe plattegronden (in eerste uitgave in totaal 124 platen),
werd in 1698 onder zijn naam gepubliceerd. Dat Frederik de Wit nog
gebruik heeft gemaakt van deze koperplaten in 1698 betekent, dat
zijn in dat jaar gedrukte kaart van Alkmaar eigenlijk de kaart van
Janssonius is. Ook volgens W. Nijhoff is de kaart van Alkmaar, welke
hij gezien heeft in een 2e uitgave van het stedeboek van de Wit
bevattende 128 platen, een afdruk van de koperplaat van Janssonius.
Deze Janssonius publiceerde in 1657 een 6 delige stedenatlas van de
wereld. Wat de Nederlanden betreft, bestaat deze atlas uit nieuwe
afdrukken van de oude koperplaten van Braun en Hogenberg,
Detail van de kaart met Alkmaar door Johannes Blaeu (1596-1673),
1652, met rechtsboven de Schermerpoort de nieuwe stellingmolen
van na 1650.
392