het is opvallend dat blijkens het kohier van 1519 aan de Appelmarkt
25 huizen stonden en blijkens het kohier van 1531 37 huizen9). Dus
kan uiteraard niet de Appelsteeg bedoeld zijn, maar was Appelmarkt
een vroegere naam voor het Luttik Oudorp-zuidzijde. Laatstgenoemd
kohier geeft tevens voor het Fnidsen-noordzijde een aantal van 8
huizen en voor de zuidzijde 28. Op de kaarten van Drebbel en Blauw
telt de noordzijde van het Fnidsen bewesten de Appelsteeg inderdaad
8 huizen. Dit betekent m.i. dat de Appelmarkt geacht werd te
beginnen oostwaarts vanaf de Appelsteeg, alsook dat oudtijds de
erven met hun front naar het Luttik Oudorp lagen en achter strekten
tot aan het Fnidsen. Hetzelfde hebben we gezien in een zuidelijker
gebied, waar erven werden uitgegeven die strekten van het Verdron-
kenoord tot aan de Laat. Eerst later heeft derhalve deling der erven
plaatsgevonden en nog weer latern is de (eventuele) open ruimte
tussen de huizen opgevuld en ontstonden verschillende zijstraten,
hetgeen gewoonlijk geschiedde door het wegbreken van twee huizen.
Aldus kwamen b.v. de Hofstraat en de Ridderstraat tot stand. Ook de
St. Jacobsstraat, waarheen vóór c.1325 de beschoeiing zou zijn
verlegd, is in 1570 ontstaan door het wegbreken van huizen1
In 1516 (of in 1506, de aantekening is duister) werden opnieuw
percelen verkocht, waarvan verschillende aantekeningen bestaan.
Deze zijn zeer verward, aangezien Eikelenberg zich kennelijk heeft
vergist. In alle geval werden 8 percelen uitgegeven, die strekten achter
„tot aan Fnidser water ofte straet". Opnieuw werd dus het Fnidsen,
dat ter plaatse kennelijk nog water was, een flink stuk langer. Het
eerste erf was gelegen naast Pieter Thilp die Scipbreker, die woonde
op het einde van de Appelmarkt en die zelf koper werd. De volgende
7 percelen lagen oostelijk daarvan.
Dan houden de gegevens betreffende de uitgifte van gronden op,
hetgeen jammer is, aangezien deze belangrijke fase in de ontwikkeling
van het oostelijk stadsdeel nog lang niet ten einde was. We hebben
gezien dat de Appelmarkt Luttik Oudorp-zuidzijde) in de periode
1519-1531 aangroeide van 25 tot 37 huizen. In 1531 ook wordt de
Nieuwstraat voor het eerst vermeld en deze telde toen 4 huizen,
hetgeen niet wijst op dichte bewoning. Dan is er de rekening van
fabriekmeesters uit de jaren 1562-1563. In die tijd is een brug gelegd
van huize den 3ooch op het Verdronkenoord naar de St. Jansstraat
11). Ook komt een post voor, luidende: „Dese hebben die straet in
St. Jansstraet ende by den Booch opgebroocken ende den sant
aengevult1 2)". Ook werd de goot overwulfd „zoe by den Booch als
by Sint Jansstraet13)". Ik vind dit onvoldoende gegevens om eruit te
concluderen dat de St. Jans- of Hekelstraat oorspronkelijk een sloot
was, al is uit het voorgaande duidelijk geworden dat er in het
387