Op zekere dag miste Annitgen Wouters twee zilveren lepels en meteen verdacht zij ene Lijsbeth Jans, hetgeen ze niet onder stoelen of banken stak toen ze Lijsbeth in het Bontekoesteegje tegenkwam. Lijsbeth werd woedend en rukte Annitgen de kap van het hoofd, ja, dreigde haar zelfs te komen opzoeken met een „opsteecker" (mes). Annitgen kreeg later hulp van twee buurvrouwen, die met behulp van zwarte kunst de diefstal wel even zouden ophelderen. Hoe het afliep vermeldt de historie helaas niet: Vrijdags daerna kwamen bij Annitge Wouters, eene Annitge Heijndricx waerdinne in de Bonte Coe ende Trijn Jans alias advocaet en ze vroegen of de lepelen al terug waren. Seijde Annitge Wouters, ick weet van zilvere lepelen niet. Seijde Annitgen ende Trijn, wilt gij doen als wij willen. Wij sullen een persoon met een wagen uyt seijnde ende gij sult u silvere lepelen binnen 24 ure weder hebben ende oock sien wie de dieff is. Antwoorde Annitgen Wouters, nee ick wil mette duyvel geen doen hebben. Waerop Trijtge seijde wij sullen de costen van Lijsbeth Jans doen. Tenslotte zijn ze samen geaccordeert, dat de zilveren lepelen binnen 24 ure zouden behandicht werden, ende soo die van Lijsbeth Jans quam souden Annitgen en Trijn de costen betalen, alsoo die van een ander quam soude Annitgen Wouters de waerde van de lepelen betalen3)" Ook Haesgen Heijndricx beschikte kennelijk over bovennatuurlijke krachten, want Claes Theunisz, een eerzaam en vermoedelijk ook enigszins overspannen spinwielmaker in de Houtilstraat, geloofde vast en zeker dat zij het was, die zijn moeder ziek had gemaakt. Dus vroeg hij of Haesgen zijn moeder wilde zegenen, zijnde een probaat middel om de betovering te verbreken. Maar Haesgen stuurde hem een notaris op zijn dak, die eiste dat hij ophield met die onzin. Claes was echter niet te overtuigen en verklaarde: „Zij ist diet doet ende niemant anders, zij mochte wel participanten hebben maer zij is den autheur. Zij can noch meer, zij can slooten openen, zonder sleutel, dat se op barsten, ja dat can se doen "4). Wat Claesgen Bastiaens overkwam toen zij haar testament het maken was ook niet alledaags, want het was de duivel zelf, die zich ermee 337

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 19