Al naar gelang de ligging bestaan er onderverdelingen als straatdorpen, weg- dorpen, kanaaldorpen of dijkdorpen. De veelal volgens een rechtlijnig plan aangelegde wegen en kanalen vormden de basis voor de dorpsstruktuur. Anders als bij de brink- en terpdorpen is veelal geen sprake van komvorming, b.v. om een kerk of plein. Voorbeelden van lintbebouwing zijn o.a. te zien in Berkhout, Noord en Zuidscharwoude, Broek op Langedijk en Barsingerhorn. Hoewel het onderwerp dorpsnederzettingen nog vele niet in dit stuk toegelichte kanten heeft is de indeling in drie hoofdgroepen (brink, terp en lintdorpen) toch voldoende om als basis te dienen voor de behandeling van stedelijke nederzettingen. Anders als bij de dorpen is het bij steden niet de bodemgesteldheid maar een veelheid van faktoren geweest, die het uiteindelijke gezicht bepaald hebben. In de volgende aflevering zullen we trachten aan te geven door welke faktoren een dorp zich in het ene geval wel en in het andere geval niet ontwikkeld heeft tot een stad, en zullen we tevens het begrip beschermd stads- en dorpsgezicht verder toelichten. In het kader van deze artikelen-reeks worden de nederzettingsvormen slechts als achtergrond-informatie behandelt voor het uiteindelijke doel t.w. het behandelen van de aspekten van de monumentenzorg. 334

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 16