osendrop
Indië vaarder Fredcrik Houtman
en /ijn buurman Mr. Adriaan van
Veen over de verdeling onderling
van een huis, erf en kamers die zij
samen aan de o.z. van de Kerk
straat hadden gekocht, eerder een
bezitting van heer Cornelis Hen-
dricxsz. de uit Kuinre verdreven
pastoor. Bij arbitraal vonnis van 1
februari 1617 over deze zaak'1)
werd o.m. bepaald dat waar Hout
man ..d'eygendotiime van den
osendrop toebehoort, behoudelijk
dat twater van de selve coockent-
ges op Houtmans osendrop zullen
mogen druypen, des zal Houtman
.Tselue water mogen ontfangen en
leijdcn dacrt hem gelieft". Duide
lijk is wel. dat hier in oneigenlijke
zin alweer over het recht van eigen
dom op de osendrop gesproken
wordt. Op 25 januari 1703 be
slisten de stedelijke fabriekmees
ters Reus en Mr. Bijl als arbiters
tussen de geburen Dr. Pieter
Berrien en de bakker Thijs Wou-
tcrsz. Pinxter ..nopende de weege
ofte osendrop" hunner percelen
aan de oostkant van de Hofstraat
dat eerstgenoemde zijn scheidings
muur op bestaande hoogte zou
mogen houden, waartegenover zijn
buurman „tregenwater loopende
inde houten goot welke aende zui
dermuur van 't huys van den eer
sten comparant jegenwoordigh
hangt sal moeten vangen, ende de
gemelte goot ten eeuwigen behoor
lijk onderhouden tegen betaling
van eens f. 40. contant geld.14)
Jan Lourisz. Bont was bij vonnis
van schepenen van Alkmaar op 30
april 1635 veroordeeld de osen
drop van Neel Adriaens weduwe
van Jan Jorisz. Princen „int geheel
te ontruymen". Maar Bont trok
zich daarvan niets aan; integendeel
hij ging zijn ..timmeragie" vol
tooien „alzo de osendrop aan hem
nemende". In gebreke gesteld, gaf
hij simpelweg te kennen nog niet
te weten of hij in het vonnis zou
berusten dan wel zou appel
leren.' 5Neel Ysbrants weduwe
van Louris Pietersz. landmeter
„verkocht" aan Aeff Thyssen we
duwe van Mr. Jacob van Foreest
bij consent va;i haar zwager en
voogd Sijmon Jansz van Hooren
een huis aan de w.z. van de Achter-
dam „met zijn osendrop" op 20
december 1589.16Zo „ver
kocht" echter Aeltgc Stackhou-
wers weduwe van Mr. Frederik van
Torenburch op 16 april 1635 aan
Jan Harcxsz. Schagen een huis en
erve ''an de Koningsweg „met con-
d; dat debelenders haer osen
drop hebben opt selve erff".'7
Aan alle geharrewar maakte de
Code Civil ten tijde van Napolcon's
inlijving van ons land een min of
meer abrupt einde door het voor
schrift van art. 681, luidende:
„Tout propriétaire doit établir des
toits de manière que les eaux plu-
viales s'écoulent sur son terrain ou
sur la voie publique il ne peut les
faire verser sur le fonds de son
voisin."
Ofschoon ik ervan overtuigd
ben, dat er nog verscheidene en
wellicht meer interessante feiten
aangaande de uitoefening van het
recht van osendrop te Alkmaar te
vinden zullen zijn, moge ik het
280